Terrassen-Markise Topas
���
1.4
Hochziehen mit Seilen
M uss die Markisenanlage in einen höheren Bereich mit
Hilfe von Seilen hochgezogen werden, so ist die Markise
• aus der Verpackung zu nehmen,
• m it den Zugseilen so zu verbinden, dass diese nicht
h erausrutschen kann,
• in waagerechter Lage gleichmäßig hoch zu ziehen.
Entsprechendes gilt auch für die Demontage der Markise.
���
1.5
Befestigungsmittel
D ie Markise erfüllt die Anforderungen der im CE-Kon-
formitätszeichen angegebenen Windwiderstandsklasse
(siehe Bedienungsanleitung). Im montierten Zustand
erfüllt sie diese Anforderungen nur, wenn
• d ie Markise mit der von weinor empfohlenen Art und
Anzahl Konsolen montiert ist und
• d ie Markise unter Berücksichtigung der von weinor
angegebenen Dübelauszugskräfte montiert ist und
• b ei der Montage die Hinweise von weinor der verwen-
deten Dübel beachtet wurden.
weinor GmbH & Co. KG
Mathias-Brüggen-Straße 110
50829 Köln
17
EN 13 561
Markise für die Verwendung
im Außenbereich
Windwiderstandsklasse:
Klasse 2
���
1.6
Aufstiegshilfen
A ufstiegshilfen dürfen nicht an der Markise angelehnt
oder befestigt werden. Sie müssen einen festen Stand
haben und genügend Halt bieten. Verwenden Sie nur
Aufstiegshilfen, die eine ausreichend hohe Tragkraft
haben.
���
1.7
Absturzsicherung
B ei Arbeiten in größeren Höhen besteht Absturzgefahr.
Es sind geeignete Absturzsicherungen zu nutzen.
���
1.8
Teilmontierte Markisen
B ei werksseitig teilmontierten Markisen – z. B. gekoppelte
Anlagen ohne Tuch – sind die unter Federspannung ste-
henden Teile (siehe Kennzeichnung) gegen unbeabsich-
tigtes Öffnen gesichert. Diese Sicherung darf erst nach
der kompletten Montage entfernt werden.
Es besteht eine hohe Verletzungsgefahr durch die unter Feder-
spannung stehenden gekennzeichneten Markisenteile!
Montageanleitung
Montagehandleiding
1.4
Ophijsen met touwen
A ls het zonnescherm met touwen omhoog getrokken
moet worden, dan dienen de volgende instructies in acht
genomen te worden:
• d e verpakking verwijderen,
• d e touwen op een dergelijke manier bij het zonnescherm
aanbrengen, dat het scherm er niet uit kan glijden,
• h et scherm horizontaal gelijkmatig ophijsen.
���
1.5
Bevestigingsmiddelen
H et zonnescherm voldoet aan de eisen van de in het CE-
conformiteitsmerk aangegeven windweerstandsklasse
(zie bedieningshandleiding). In gemonteerde toestand
voldoet het scherm aan deze eisen als
• h et zonnescherm met de door de fabrikant
g eadviseerde soort en aantal consoles gemonteerd is,
• b ij de montage van het zonnescherm rekening
g ehouden werd met de door de fabrikant aangegeven
uittrekkrachten van de pluggen,
• b ij de montage de instructies van de fabrikant van de
gebruikte pluggen in acht werden genomen.
weinor GmbH & Co. KG
Mathias-Brüggen-Straße 110
50829 Köln
17
EN 13 561
Zonnescherm voor
toepassing buiten
Windweerstandsklasse:
klasse 2
���
1.6
Klimmateriaal
K limmateriaal mag niet tegen het zonnescherm gezet
of daaraan bevestigd worden. Klimmateriaal moet stevig
staan en genoeg houvast bieden. Gebruik uitsluitend
klimmateriaal, dat voldoende draagkracht heeft.
���
1.7
Beveiliging tegen vallen
B ij werkzaamheden op grotere hoogten bestaat gevaar
voor naar beneden vallen. Er dient voor geschikte beveili-
gingen gezorgd te worden.
���
1.8
Gedeeltelijk gemonteerde zonneschermen
B ij zonneschermen, die gedeeltelijk op de fabriek gemon-
teerd zijn – bijv. gekoppelde schermen zonder doek – zijn
de onderdelen, die onder veerspanning staan (zie ken-
merking) tegen openen beveiligd. Deze beveiliging mag
pas na de complete montage verwijderd worden.
Er bestaat ernstig gevaar voor verwondingen door de onderdelen
van het zonnescherm, die onder veerspanning staan!
4