8
Aanbouwapparaat
8.1
Onkruidborstel
1 Onkruidborstel
2 Watersproeier
3 Spatbescherming
4 Hydraulische verbindingen PTO
8.1.1
Doelmatig gebruik
De aanbouwset onkruidborstel wordt op de frontale appa-
raathouder bevestigd.
Deze wordt bijv. gebruikt voor het verwijderen van:
– samengeklonterd vuil
– onkruid tussen stenen
– of gelijkaardige reinigingsopdrachten.
De aanbouwset kan samen met het systeem voor 2 be-
zems worden gebruikt.
De onkruidborstel is geschikt voor alle oppervlakken.
Op wegverhardingen of gelijkaardige oppervlakken
kunnen krassporen ontstaan, zelfs wanneer de on-
kruidborstel in de lossende stand wordt gebruikt.
8.1.2
Belangrijke instructies
Bij het rijden op de openbare weg moeten de geldende
bepalingen worden gerespecteerd.
Houd de plaatselijke voorschriften voor ongevallenpre-
ventie en de desbetreffende veiligheidsvoorschriften in
acht.
Veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzing van het
vrachtvoertuig in acht nemen.
8.1.3
Voorwaarden voor het bedrijf
Lift aan voorzijde moet aan het voertuig zijn gemon-
teerd.
8.1.4
Onkruidborstel monteren
Compleet voorgemonteerde onkruidborstel aan lift aan
voorzijde monteren en vastzetten.
Tip
Als de onkruidborstel als aanbouwset is geleverd, moet
deze volgens de bij de aanbouwset meegeleverde
montagehandleiding 0.083-359.0 worden opgebouwd.
Hydraulische aansluitingen PTO, AUX 1 en AUX 2 aan
het voertuig tot stand brengen.
Wateraansluiting tot stand brengen.
8.1.5
Bediening
GEVAAR
Verwondingsgevaar bij contact met de roterende onkruid-
borstel. Bij instellingen en werkzaamheden erop letten dat
er voldoende veiligheidsafstand t.o.v. personen wordt ge-
houden.
Verwondingsgevaar door wegvliegende stenen of vuil.
Spuitbescherming correct instellen en voldoende afstand
tot personen houden.
GEVAAR
Ongevalgevaar door verminderd besturingsvermogen. Als
de onkruidborstel wordt neergedrukt, worden de voorwie-
len ontlast. Dit kan ertoe leiden dat de besturing wordt be-
lemmerd. In dit geval moet de onkruidborstel meteen
opnieuw worden opgetild.
De onkruidborstel en de frontale apparaathouder wor-
den met de joystick bediend.
18
-
NL
165