SAS-ALARM240
Alarmsysteem
Beschrijving
Afstandsbediening (fig. A)
•
1.
-knop
•
2.
-knop
•
3.
-knop
•
4.
-knop
Bedieningspaneel (voorzijde) (fig. B1)
Indien het bedieningspaneel is beveiligd met een wachtwoord,
voer dan eerst het wachtwoord in.
5.
Cijferknoppen
•
6.
-knop
•
7.
-knop
•
8.
-knop
•
9.
-knop
•
10.
-knop
11. Tijddisplay
•
12.
-indicator
•
13.
-indicator
•
14.
-indicator
•
15.
-indicator
•
16.
-indicator
•
17.
-indicator
Bedieningspaneel (bovenzijde) (fig. B2)
18. Batterijstroomschakelaar
19. DC-ingang (5V)
20. Sirene
21. Telefoonlijn
Verlenglijn
Knop voor inschakelen
Knop voor uitschakelen
Knop voor deels inschakelen
Noodknop
*-knop / Noodknop
#-knop / Instelknop
Knop voor inschakelen
Knop voor uitschakelen
Query-knop
Indicator voor inschakelen
Indicator voor deels inschakelen
Indicator voor uitschakelen
Batterij-indicator
Indicator voor gepland inschakelen/
uitschakelen
Indicator voor ingebouwde sirene
7 7
Installation
•
Installeer het alarmsysteem op een centrale locatie, uit de buurt
van metalen voorwerpen of huishoudelijke apparaten.
•
Sluit de telefoonlijn, de verlenglijnl, de sirene en andere kabels aan.
•
Voorzie het bedieningspaneel van stroom.
•
Zet de batterijstroomschakelaar in de "ON"-stand.
Gebruik
Inschakelen
Alle detectoren worden geactiveerd. In geval van een gebeurtenis
zal het alarmsysteem onmiddellijk in werking treden.
•
Afstandsbediening: Druk op de knop voor inschakelen.
•
Bedieningspaneel: Druk op de knop voor inschakelen.
De indicator voor inschakelen verschijnt op de display.
Deels inschakelen
Door de gebruiker geselecteerde detectoren worden geactiveerd.
In geval van een gebeurtenis zal het alarmsysteem onmiddellijk in
werking treden.
•
Afstandsbediening: Druk op de knop voor deels inschakelen.
•
Bedieningspaneel: Druk twee keer op de knop voor inschakelen.
De indicator voor deels inschakelen verschijnt op de display.
Uitschakelen
Alle detectoren worden gedeactiveerd. In geval van een gebeurtenis
zal het alarmsysteem niet in werking treden.
•
Afstandsbediening: Druk op de knop voor uitschakelen.
•
Bedieningspaneel: Druk op de knop voor uitschakelen.
De indicator voor uitschakelen verschijnt op de display.
Noodalarm
Het alarmsysteem zal, ingeschakeld dan wel uitgeschakeld,
onmiddellijk in werking treden.
•
Afstandsbediening: Druk op de noodknop.
•
Bedieningspaneel: Druk op de noodknop.
De telefoon gebruiken
Nadat u in geval van een gebeurtenis een oproep van het
alarmsysteem heeft ontvangen, kunt u tevens de telefoon gebruiken
om het alarm op afstand te bedienen.
[1]: Inschakelen
[3]: Bewaking aan
[5]: Spraakberichten aan
[7]: Sirene aan
Nederlands
[2]: Uitschakelen
[4]: Bewaking uit
[6]: Spraakberichten uit
[8]: Sirene uit