Symbolen op het apparaat
Laadapparaat beschermen tegen vocht
–
en droog bewaren. Het apparaat is uit-
sluitend geschikt voor gebruik in ruim-
ten, het apparaat mag niet aan regen
blootgesteld worden.
Doelmatig gebruik
Het laadapparaat dient voor het opladen
van de volgende accupaks met een nomi-
nale spanning van 3,6 V tot 28,8 V:
V
7,2
NiCd
7,2
Li-Ion
7,2
Li-Ion
25,2
Li-Ion
25,2
Li-Ion
25,2
Li-Ion
Zorg voor het milieu
Het verpakkingsmateriaal is herbruik-
baar. Deponeer het verpakkingsma-
teriaal niet bij het huishoudelijk afval, maar
bied het aan voor hergebruik.
Onbruikbaar geworden apparaten
bevatten waardevolle materialen die
geschikt zijn voor recycling. Lever ze
daarom in voor hergebruik. Batterijen en
accu's bevatten stoffen die niet in het milieu
mogen terechtkomen. Gelieve oude appa-
raten, batterijen en accu's in te leveren op
de geschikte inzamelpunten.
16
Ah
min
1,5
50
-186.0
1,3
58
-257.0
2,6
93
-273.0
3,3
115
-183.0
3,3
115
-255.0
4,5
160
-284.0
Aanwijzingen betreffende de inhouds-
stoffen (REACH)
Huidige informatie over de inhoudsstoffen
vindt u onder:
www.kaercher.com/REACH
Instructie
Nieuwe accupaks bereiken hun volledige
capaciteit na ongeveer 5 laad- en ontlaad-
cycli.
Accu's die gedurende lange tijd niet ge-
bruikt werden, moeten vóór gebruik opge-
laden worden.
Bij temperaturen onder –10 °C daalt het
vermogen van een accupak.
Een langdurige opslag bij temperaturen bo-
ven 40 °C kan de capaciteit van een accu-
pak doen dalen.
Netstekker in het stopcontact steken.
Het apparaat voert een zelftest uit.
–
Daarbij branden beide LED's geduren-
de 1 seconde. Vervolgens schakelt het
apparaat in de stand-by werking: beide
LED's gaan uit.
Accupak op de accuhouder van het
laadapparaat schuiven.
Het accupak wordt automatisch gela-
–
den, de groene LED knippert.
Indien het accupak te heet of te koud is,
–
brandt de rode LED. Het laadproces
start als het accupak de juiste laadtem-
peratuur (5 °C ... 45 °C) bereikt heeft.
Als het accupak volledig opgeladen is,
–
brandt de groene LED. Het laadappa-
raat schakelt over op de gebruiksklare
lading.
Accupak wegnemen en in het apparaat
plaatsen.
Instructie
Het opgeladen accupak kan tot het gebruik
op het laadapparaat blijven. Er bestaat
geen gevaar van overlading.
– 2
NL
Bediening