Het apparaat leren kennen
nl
Functies
Uw apparaat beschikt over verschillende functies die
het gebruik vergemakkelijken.
De precieze beschrijvingen hiervan vindt u in de
betreffende hoofdstukken.
Functie
Verwarmingsmethoden
~ "Apparaat bedienen"
op pagina 114
Magnetron
~ "De magnetron"
op pagina 116
Gecombineerde werking met
magnetron
Basisinstellingen
~ "Basisinstellingen"
op pagina 123
--------
Verwarmingsmethoden
Om altijd de juiste verwarmingsmethode voor uw
gerecht te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over de
verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Verwarmings-
Tempera-
methode
tuur
< Hete lucht
40 °C
100-230°C
( Grill
Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemid-
deld
3 = sterk
7 Circulatiegril-
100-230°C
len
2 Pizzastand
100-230°C
--------
Voorgestelde waarden
Bij elke verwarmingsmethode geeft het apparaat een
voorgestelde temperatuur of stand weer. U kunt deze
overnemen of in het betreffende gebied veranderen.
Magnetron
U kunt m.b.v. diverse standen verschillende
magnetronvermogens gebruiken, geschikt voor
uiteenlopende soorten gerechten en manieren van
bereiden. De magnetronstanden komen niet altijd
overeen met het precieze aantal watt dat door het
apparaat wordt gebruikt.
De volgende magnetronstanden zijn beschikbaar.
112
Gebruik
Er zijn verschillende fijn afgestemde
verwarmingsmethoden voor een opti-
male bereiding van uw gerechten.
Met de magnetron kunt u de gerech-
ten sneller bereiden, verwarmen of
ontdooien.
Hiermee kunt u naast een verwar-
mingsmethode de magnetron inscha-
kelen.
U kunt de basisinstellingen van uw
apparaat aanpassen aan uw wensen.
Gebruik
Gistdeeg laten rijzen, slagroom-
taarten ontdooien.
Voor het bakken en braden op één
niveau.
Voor het grillen van platte stukken,
zoals steaks, worstjes of toast, en
voor het gratineren.
Voor het braden van gevogelte,
hele vis en grotere vleesstukken.
Voor het bereiden van pizza's en
gerechten die veel warmte van
onderen nodig hebben.
Magnetronstand
90
180
360
600
900 watt
--------
U kunt de magnetronfunctie alleen of in combinatie met
alle verwamingsmethoden gebruiken.
Uitzonderingen:
! Magnetronstand 900W
< Hete lucht 40°C
Hier leest u hoe u de magnetron kunt combineren met
de verwarmingsmethoden:
Binnenruimte
Verschillende functies voor de binnenruimte
vergemakkelijken het gebruik van uw apparaat. Zo
wordt bijv. de binnenruimte volledig verlicht en een
koelventilator beschermt het apparaat tegen
oververhitting.
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Deuren sluiten en op het
veld start l stop tippen, om de werking voort te zetten.
Verlichting van de binnenruimte
De verlichting van de binnenruimte is tijdens het
gebruik altijd aan. Wanneer de werking beëindigd
wordt, gaat de verlichting uit.
De verlichting van de binnenruimte gaat aan wanneer u
de apparaatdeur opent. Dit helpt u bijv. bij de reiniging
van uw apparaat. Na ca. 15 minuten gaat de verlichting
van de binnenruimte automatisch weer uit.
Koelventilator
Uw apparaat heeft een koelventilator. De koelventilator
wordt bij het gebruik ingeschakeld. De warme lucht
ontsnapt via de deur.
Na gebruik loopt de koelventilator een bepaalde tijd na.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Dan raakt het
apparaat oververhit.
Aanwijzingen
Bij gebruik van de magnetronfunctie blijft het
■
apparaat koud. De koelventilator wordt echter toch
ingeschakeld. Hij kan verder lopen, ook wanneer de
magnetronfunctie al beëindigd is.
Bij het deurraam, de binnenwanden en op de bodem
■
kan condenswater ontstaan. Dit is normaal, de
werking van het apparaat wordt hierdoor niet
gehinderd. Verwijder het condenswater na de
bereiding.
maximale tijdsduur
1 uur 30 minuten
1 uur 30 minuten
1 uur 30 minuten
1 uur 30 minuten
30 min.