om melk of andere vloeistoffen warm te maken of
warm te houden.
16. Let erop dat het snoer niet over de rand van het werk-
vlak heen hangt, omdat dit tot ongevallen kan leiden,
als bv. kleine kinderen eraan trekken.
17. Het snoer moet zodanig gelegd zijn dat trekken of
erover struikelen wordt voorkomen.
18. Draai het snoer niet om het apparaat en voorkom knik-
ken in het snoer om schade aan het snoer te voorko-
men.
19. Gebruik het koffiezetapparaat uitsluitend binnens-
huis.
20. Let op dat zich uitsluitend koffiebonen in het bonen-
reservoir bevinden. Vreemde voorwerpen kunnen de
molen onherstelbaar beschadigen.
21. Dek het apparaat tijdens het gebruik nooit af, om
oververhitting van het apparaat te vermijden.
22. Gebruik voor het bereiden van koffie uitsluitend vers,
helder water en vul het waterreservoir minstens tot
aan de onderste markering en hoogstens tot de MAX-
markering.
23. Verwijder koffiebonen of koffiepoeder, die in het
waterreservoir terechtkomen, direct.
24. De messen van het maalwerktuig zijn scherp – steek
nooit vingers, bestek of andere voorwerpen in het
maalwerktuig – kans op letsel!
25. Schakel het apparaat pas in, nadat u het waterreser-
voir met water gevuld hebt.
26. Als u het apparaat meerdere malen achter elkaar
gebruikt, laat het dan tussendoor minimaal 5 minu-
ten afkoelen.
27. Gebruik de glazen kan nooit in de magnetron, omdat
de kan hiervoor niet geschikt is.
28. Om verwondingen te voorkomen, mag u het apparaat
niet verschuiven, zolang het in werking is.
29. Zorg ervoor dat alle gebruikers, vooral kinderen,
bekend zijn met het gevaar dat van uittredende stoom
of hete waterspetters uitgaat – verbrandingsgevaar!
38
Copyright UNOLD AG | www.unold.de