NEDERLANDS
6.1
Apparaat in gebruik
nemen
Aanwijzing:
3
De pomp loopt zolang de Aan/
Uit-schakelaar ingeschakeld is.
1.
Steek de netstekker in het stopcon-
tact.
2.
Schakel de pomp in met de Aan/Uit-
schakelaar.
3.
Open de drukleiding (waterkraan
resp. spuitkop opendraaien).
4.
Controleer of er water uit de opening
stroomt!
A
Oppassen!
Laat de pomp maximaal 10
minuten lopen met gesloten druklei-
ding, anders kan door oververhitting
van het water schade ontstaan in de
pomp.
6.2
Pompkarakteristiek
Op de pompkarakteristiek kunt u de ver-
houding tussen de pomphoogte en het
pompdebiet aflezen.
Pompkarakteristiek
bij
0,5 m en 1"-aanzuigslang – voor model:
P 5500 M
7. Service en onderhoud
Gevaar!
A
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
schakelt u het apparaat uit,
trekt u de stekker uit het stopcon-
tact,
controleert u of het apparaat en
het aangesloten toebehoren druk-
loos is.
Andere dan de
hier
onderhouds-
of
herstellingswerk-
zaamheden mogen alleen worden uit-
gevoerd door vaklui.
7.1
Regelmatig onderhoud
Controleer het apparaat en het toe-
behoren, vooral elektrische en druk-
voerende
delen,
regelmatig
beschadigingen en laat het even-
tueel herstellen.
22
Controleer de aanzuig- en druklei-
dingen op lekken.
Als het pompvermogen afneemt, rei-
nigt of vervangt u de aanzuigfilter en
het filterelement (indien aanwezig).
7.2
Bij vorstgevaar
A
het toebehoren omdat deze altijd
water bevatten!
Als er kans op vorst bestaat, moet
het apparaat samen met het toebe-
horen worden gedemonteerd en
opgeborgen (zie volgend hoofd-
stuk).
7.3
Apparaat demonteren en
opbergen
1.
Schakel het toestel uit en trek de
netstekker uit het stopcontact.
2.
Open de drukleiding (waterkraan
resp. spuitkop opendraaien) en laat
het water volledig aflopen.
3.
De hydromaat heeft de pomp uitge-
schakeld.
4.
Demonteer de aanzuig- en druklei-
dingen van het apparaat.
5.
Bewaar het apparaat in een vorst-
vrije ruimte (min. 5 °C).
8. Problemen en storingen
A
den aan het apparaat begint:
schakelt u het apparaat uit,
trekt u de stekker uit het stopcon-
tact,
controleert u of het apparaat en
het aangesloten toebehoren druk-
opvoerhoogte
loos is.
8.1
Foutopsporing
Pomp loopt niet:
Er is geen spanning.
Controleer het snoer, de stekker,
De netspanning is te laag.
Gebruik een verlengsnoer met
Motor
geactiveerd.
Na het afkoelen wordt het appa-
beschreven
Zorg voor voldoende verluchting,
Houd rekening met de maximale
Motor bromt maar start niet.
Steek
op
Pomp verstopt of defect.
Oppassen!
Vorst vernielt het apparaat en
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
het stopcontact en de betreffende
zekering.
voldoende doorsnede (zie Tech-
nische gegevens).
oververhit,
motorveiligheid
raat automatisch opnieuw inge-
schakeld.
houd de verluchtingsopeningen
vrij.
toevoertemperatuur.
een
schroevendraaier
o.i.d. door de verluchtingsopenin-
gen van de uitgeschakelde motor
en draai aan het ventilatorwiel.
Demonteer de pomp en reinig ze.
Diffusor reinigen, evt. vervangen.
Loopwiel reinigen, evt. vervan-
gen.
Pomp zuigt niet of loopt zeer luid:
Watergebrek.
Controleer of de watervoorraad
voldoende groot is.
Aanzuigleiding lek.
Dicht de aanzuigleiding af, trek
de schroefverbindingen aan.
Aanzuighoogte te groot.
Houd rekening met de maximale
opvoerhoogte.
Breng de terugslagklep aan en
vul de aanzuigleiding met water.
Aanzuigfilter (toebehoren) verstopt.
Reinigen, evt. vervangen.
Terugslagklep (toebehoren) geblok-
keerd.
Reinigen, evt. vervangen.
Waterlek tussen motor en pomp,
schuifringdichting lek.
Vervang de schuifringdichting.
Pomp verstopt of defect.
zie hoger.
Druk te laag:
Aanzuigleiding lek of aanzuighoogte
te groot.
zie hoger.
Pomp verstopt of defect.
zie hoger.
9. Herstelling
Gevaar!
A
Herstellingen aan elektrische
apparaten mogen alleen worden uit-
gevoerd door een elektrotechnicus!
Defecte apparaten kunt u aan de servi-
cevestiging van uw land zenden. Het
adres vindt u terug bij de lijst met onder-
delen.
Geef bij inzending voor herstelling een
omschrijving
van
het
defect.
Transportaanwijzingen:
Laat de pomp volledig leeglopen
(zie
„Apparaat
demonteren
bewaren").
Verstuur het apparaat indien moge-
lijk in de originele verpakking.
10. Milieubescherming
Het verpakkingsmateriaal kan volledig
worden gerecycleerd.
Uitgediende apparaten en toebehoren
bevatten een grote hoeveelheid recy-
cleerbare grondstoffen en kunststoffen.
Deze handleiding is gedrukt op chloorvrij
gebleekt papier.
11. Leverbaar toebehoren
Voor dit apparaat is het volgende toebe-
horen verkrijgbaar.
vastgestelde
en