Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed.
Reparaties aan elektrische onderdelen van de machine,
zowel als aan de veiligheidsschakeling moeten door de
fabrikant of een door hem aangewezen persoon worden
uitgevoerd.
• Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met
behulp van de bedieningshandleiding.
• Gebruik het toestel alleen voor het gebruiksdoeleinde,
waarvoor het werd geconstrueerd (zie Reglementaire
toepassing).
• Wees oplettend. Let op dat, wat u doet. Ga met verstand te
werk. Gebruik het toestel niet, wanneer u moe bent of onder
de invloed van drugs, alcohol of medicamenten staat. Een
moment van onoplettendheid bij het gebruik van het toestel
kan tot ernstige verwondingen leiden.
• Kinderen en jongeren onder 18 jaren alsook personen die
met de handleiding niet bekend zijn, mogen het toestel niet
bedienen.
P
e
r
s
o
o
n
l
i
j
k
e
v
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
P
e
r
s
o
o
n
l
i
j
k
e
v
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
• Werk nooit zonder geschikte veiligheidsuitrusting:
draag geen wijde kleding of sierraden, ze kunnen
−
worden gegrepen door bewegende delen
een haarnetje bij lang haar
−
gekeurde veiligheidshelm in situaties, waarin met
−
hoofdverwondingen moet worden gerekend.
gezichtsbescherming
−
lawaaibescherming
−
slipvrije laarzen (veiligheidsschoenen) met snij- en
−
teenbescherming
brandblusser en schop (er kunnen gedurende het
−
werken vonken ontstaan)
eerste-hulp-materiaal
−
eventueel mobiele telefoon
−
V
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
i
n
s
t
r
u
c
t
i
e
s
–
V
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
i
n
s
t
r
u
c
t
i
e
s
–
Voer vóór de ingebruikname en regelmatig gedurende het
werken de volgende controles uit. Houdt alstublieft in ieder
geval rekening met de overeenkomstige paragraven in de
gebruiksaanwijzing:
• Werd het toestel geheel en volgens de voorschriften
gemonteerd?
• Is het toestel in goede en veilige toestand?
• Zijn de handgrepen schoon en droog?
• Ga voor aanvang van de werkzaamheden na of:
− zich in het werkbereik geen andere personen, kinderen
of dieren bevinden
− u zonder hinder van obstakels kunt terugwijken
− de grond vrij van alle vreemde voorwerpen, struikgewas
en takken is.
− een veilige houding is aangenomen.
• Is de werkplaats vrij van struikelgevaren? Zorg dat uw
werkomgeving in orde is. Rommel kan ongevallen
veroorzaken. - Gevaar van struikelen!
• Houdt rekening met de omgevingsinvloeden:
112
u
i
t
r
u
s
t
i
n
g
u
i
t
r
u
s
t
i
n
g
Vóór het werk
−
Werk nooit bij ontoereikende lichtverhoudingen (bv bij mist,
regen, sneeuwjacht of schemering). U kunt details in het
valbereik niet meer herkennen – gevaar voor ongelukken.
herkennen – ongevalgevaar!
− Gebruik het toestel niet in de nabijheid van brandbare
vloeistoffen of gassen – brandgevaar!
− De gebruiker is verantwoordelijk voor ongelukken of
gevaren die tegenover andere personen of hun eigendom
optreden.
V
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
i
n
s
t
r
u
c
t
i
e
s
-
V
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
i
n
s
t
r
u
c
t
i
e
s
-
• Zaag nooit met één hand. Houdt het toestel goed vast met
twee handen.
• Werk nooit
− met gestrekte armen
− aan moeilijk te bereiken plekken
− boven schouderhoogte
− op een ladder, een steiger of een boom staande.
• Werk op een slipvaste en gladde ondergrond.
Vermijdt een abnormale lichaamshouding. Zorg voor een
stabiele en uitgebalanceerde houding.
• Schakel bij pauzes het toestel uit en leg het zo neer, dat
niemand wordt bedreigd. Het toestel beveiligen tegen
onbevoegd gebruik.
V
V
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
h
h
e
e
i
i
d
d
s
s
i
i
n
n
s
s
t
t
r
r
u
u
c
c
t
t
i
i
e
e
s
s
–
–
• Werk nooit alleen. Houd voortdurend mondeling en visueel
contact met andere personen, zodat in geval van nood
onmiddellijk hulp kan worden geboden.
• Stop meteen de motor bij dreigend gevaar of in geval van
nood.
• Laat de machine nooit zonder toezicht draaien.
• Het toestel produceert schadelijke stoffen.
Laat de machine nooit in gesloten of slecht
geventileerde ruimten draaien. Zorg voor voldoende
luchtvervanging, wanneer u in inzinkingen, sloten of
benauwde omgevingen werkt. Er bestaat het gevaar van
een koolmonoxidevergiftiging of dood door verstikking!
• Beëindig de werkzaamheden direct, wanneer lichamelijk
ongemak optreedt (bv hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid,
enz.) – er staat een verhoogd gevaar voor ongelukken!
• Overbelast het toestel niet! U werkt beter en zeker met de
juiste belasting van de machine.
• Leg tijdens het werk pauzes in, zodat de motor kan
afkoelen.
• Zet het heet geworden toestel niet in het droge gras of op
brandbare voorwerpen.
• Raak de geluiddemper en motor nooit aan als de zaag draait
of kort nadat de zaag gestopt is. Gevaar voor verbranding!
A
l
g
e
m
e
n
e
v
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
v
o
A
l
g
e
m
e
n
e
v
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
v
o
• Onderhoudt het toestel met zorgvuldigheid:
Volg de onderhoudsinstructies en de instructies voor de
−
werktuigwissel.
B
e
d
i
e
n
i
n
g
B
e
d
i
e
n
i
n
g
G
G
e
e
d
d
u
u
r
r
e
e
n
n
d
d
e
e
h
h
e
e
t
t
w
w
e
e
r
r
k
k
o
r
s
c
h
r
i
f
t
e
n
o
r
s
c
h
r
i
f
t
e
n