Plaatsen van verschillende detectors in een netwerk
Het is mogelijk in totaal 40 detectors met elkaar te verbinden,
zodanig dat het alarmsignaal afgaat op alle warmte- en
rookdetectors van de woning.
De warmtedetectors TG 530A kunnen enkel verbonden
worden met detectors van hetzelfde type. Bijvoorbeeld :
een detector TG 530A kan verbonden worden met andere
warmtedetectors TG 530A of met rookdetectors TG 500A.
Op deze manier bent u zeker dat u wordt gewaarschuwd
als het alarmsignaal wordt ingeschakeld in een andere
ruimte dan deze waar u zich bevindt.
1. Na de bevestiging van de detectorsokkels
(zie "Bevestiging"), dient u de aansluitklem los te maken.
Aansluitklem
2. Voer vervolgens de volgende bedrading door:
Aansluitklem-
men
Niet gebruikt
Voor een draaddoorsnede van 1,5mm
lengte van het netwerk niet langer dan 400 m zijn.
3. Klik de aansluitklem terug vast op de sokkel.
4. Vergrendel de detector op zijn sokkel (zie "Bevestiging").
Signaal
Aarding N
mag de totale
2
22
Test van de detector
Hoewel het alarmsignaal
tijdens de manuele test van
de warmtedetector gedempt
is, raden we u aan op
voorhand de buren te
verwittigen en de nodige
voorzorgen te nemen om
gehoorstoornissen te
vermijden.
Om brand te voorkomen
en om geen mechanische,
noch esthetische schade
aan de warmtedetector toe
te brengen, raden we aan
de detectors nooit te testen:
• met een naakte vlam,
• met een toestel dat een
hete warmtebron
voortbrengt
(bijv. een metaalreiniger,
een haardroger).
de detectiekop
Spleet van