HP OFFICEJET 6500A Beknopte Handleiding Seite 83

Als u deze instelling wilt configureren...
Specifiek belsignaal
De instelling Antwoorden op belsignaal voor specifieke
belsignalen wijzigen
Opmerking: Als u een service voor specifieke
belsignalen gebruikt, kunt u meerdere
telefoonnummers op dezelfde telefoonlijn gebruiken.
U kunt deze instelling wijzigen zodat de printer
automatisch kan vaststellen welk belsignaal alleen
voor faxoproepen moet worden gebruikt.
Tip: U kunt ook de functie voor belpatroondetectie
op het bedieningspaneel van de printer gebruiken
om een specifiek belsignaal in te stellen. Met deze
functie herkent de printer het belpatroon van een
binnenkomende oproep en wordt dit belpatroon
vastgelegd. Gebaseerd op deze oproep wordt
automatisch het specifieke belpatroon bepaald dat
door uw telefoonmaatschappij aan faxoproepen is
toegewezen.
Faxsnelheid
Stel de gebruikte faxsnelheid in voor de communicatie
tussen de printer en overige faxapparaten tijdens het
verzenden en ontvangen van faxberichten.
Opmerking: Gebruik een lagere faxsnelheid als u bij
het verzenden en ontvangen problemen ondervindt.
Foutcorrectiemodus voor faxfunctie
Als de printer een foutsignaal registreert tijdens de
transmissie en de foutcorrectiemodus is ingeschakeld, kan
de printer aangeven dat een gedeelte van de fax opnieuw
moet worden verzonden.
Opmerking: Als u problemen ondervindt bij het
verzenden of ontvangen van faxberichten, schakelt
u foutcorrectie uit. Het uitschakelen van deze functie
kan ook nuttig zijn wanneer u een fax wilt verzenden
naar of ontvangen van een ander land of een andere
regio of als u via een satellietverbinding belt.
Volume
U kunt het volume van de geluiden van de printer
wijzigen, ook de faxtonen.
...gebruikt u deze methode:
1. Raak de pijl naar rechts aan
Configuratie.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens
Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak Specifiek belsignaal aan.
4. Een bericht wordt weergegeven waarin staat dat deze
instelling niet moet worden gewijzigd tenzij u
meerdere telefoonnummers op dezelfde telefoonlijn
hebt. Raak Ja aan om verder te gaan.
5. Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Raak het belpatroon aan dat door uw
telefoonmaatschappij aan faxoproepen is
toegewezen.
Of
• Raak Belpatroondetectie aan en volg de instructies
op het bedieningspaneel van de printer.
Opmerking: Als u een PBX-telefoonsysteem gebruikt
met verschillende belpatronen voor interne en externe
oproepen, moet u het faxnummer bellen vanaf een
extern nummer.
1. Raak de pijl naar rechts aan
Configuratie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens
Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak de pijl omlaag
Faxsnelheid aan.
4. Raak Snel, Normaal of Langzaam aan.
1. Raak de pijl naar rechts aan
Configuratie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens
Geavanceerde faxinstallatie aan.
3. Raak de pijl omlaag
Foutcorrectiemodus aan.
4. Selecteer Aan of Uit.
1. Raak de pijl naar rechts aan
Configuratie aan.
2. Raak Faxinstallatie aan en raak vervolgens Basis
faxinstallatie aan.
3. Raak de pijl omlaag
Geluidsvolume fax aan.
4. Raak Zacht, Hard of Uit aan.
en vervolgens
en raak vervolgens
aan en raak vervolgens
en raak vervolgens
aan en raak vervolgens
en raak vervolgens
aan en raak vervolgens
Faxen instellen en gebruiken 81