GELUID INSTELLING
GELUID INSTELLING
GELUID INSTELLING
GELUID INSTELLING
Om het menu GELUID INSTELLING in beeld te brengen:
Druk op de toets a
1
menu) in beeld te brengen.
2
Druk op de toets 6 om in te stellen op GE-
LUID INSTELLING. Druk hierna op de toets
a .
a
a
a
STEREO / I•II
STEREO / I•II
STEREO / I•II
STEREO / I•II
I I I I
Als u een tweetalige uitzending bekijkt, heeft u de keuze tus-
sen Taal I (Sub I) en Taal II (Sub II). Als de ontvangst van een
stereo-uitzending te wensen over laat, kunt u overschakelen
van stereo- naar mono-ontvangst waardoor het geluid vaak
van betere kwaliteit zal worden.
1
6
Gebruik de
kiezen.
2
Gebruik de
stelling te kiezen.
s : Stereoweergave
v : monoweergave
t : Taal I (sub I)
u : Taal II (sub II)
Druk op de toets a
3
voltooien.
Het menu verdwijnt.
Opmerking:
• De geluidsinstelling die u kan kiezen, hangt ook af
van het programma dat wordt ontvangen.
• Deze functie werkt niet bij weergave via de EXT-aan-
sluitingen. Deze functie verschijnt niet in het menu
GELUID INSTELLING.
Geluid bijstellen
Geluid bijstellen
Geluid bijstellen
Geluid bijstellen
I I I I
U kunt het geluid naar wens bijstellen.
1
Gebruik de
kiezen.
2
Gebruik de
wijzigen.
2
Zachter
Zachter
Links
Druk op de toets a
3
voltooien.
18
Het menu verdwijnt.
a om het MENU (hoofd-
a
a
-toetsen om STEREO / I • II te
5
-toetsen om een geluidsin-
a
a om de instelling te
a
6
-toetsen om een optie te
5
-toetsen om de instelling te
Item
LAGE TONEN
HOGE TONEN
BALANS
a om de instelling te
a
a
HYPER SOUND
HYPER SOUND
HYPER SOUND
HYPER SOUND
I I I I
U kunt genieten van een veel fraaiere geluidsweergave.
1
Gebruik de
te kiezen.
2
Gebruik de
Om de functie HYPER SOUND uit te schakelen:
Gebruik de 5-toetsen om UIT te kiezen.
Druk op de toets a
3
voltooien.
Het menu verdwijnt.
Opmerking:
• De functie HYPER SOUND werkt niet goed met mo-
nogeluid.
• U kunt de functie HYPER SOUND met een enkele
druk op een toets in- of uitschakelen. Zie " 4 De to-
ets HYPER SOUND" op pagina 10 voor meer detai-
ls.
3
Harder
Harder
Rechts
6
-toetsen om HYPER SOUND
5
-toetsen om AAN te kiezen.
a om de instelling te
a
a