_BA_MCS.book Seite 199 Donnerstag, 2. April 2009 9:56 09
MCS5, MCS15
Selecteer een instelwaarde voor de temperatuur die lager is dan de actu-
ele huttemperatuur.
Hierdoor wordt de compressor en de zeewaterpomp gestart.
Controleer of er een stabiele solide stroom zeewater uit de
buitenboordafvoer komt.
Als blijkt dat de eenheid niet goed werkt, raadpleeg dan de aanwijzingen
voor het verhelpen van storingen (hoofdstuk „Verhelpen van storingen"
op pagina 215).
7.2
Overzicht
Inschakelen
Druk één keer op de aan/uit-knop (afb. 1 1, pagina 2) om het systeem
in te schakelen.
Op het scherm verschijnt de kamertemperatuur als het systeem is inge-
schakeld en het scherm is leeg als het systeem is uitgeschakeld.
Ingestelde temperatuur
Druk op de omhoog- of omlaag-knop (afb. 1 3 en 4, pagina 2), om de
gewenste kamertemperatuur in te stellen.
De instelwaarde kan worden bekeken door een moment op de omhoog-
of omlaag-knop te drukken en weer los te laten.
Ventilatorsnelheid
De ventilatorsnelheid werkt automatisch. De ventilatorsnelheid wordt hoger
als de ingestelde temperatuur de koelmodus nadert. De ventilator draait op
lage snelheid als de instelwaarde is bereikt.
Stel de ventilatorsnelheid handmatig in met de ventilatorknop (afb. 1 2,
pagina 2).
U kunt de ventilator zodanig programmeren dat deze alleen draait als koelen
of verwarmen vereist is. Normaal draait de automatische werking van de
ventilatorsnelheid in omgekeerde richting van de verwarmingsmodus. De
ventilator kan echter op dezelfde wijze worden geprogrammeerd als in de
koelmodus.
Bediening
199