6.1.4.
De moer aan de achterzijde van de
steun bevestigt het kogelgewricht en zo
ook de kijkrichting van de camera.
Het richten van de camera gebeurt
zoals beschreven in punt 6.5. Sluit van
tevoren de camera aan de
spanningsvoorziening en het
displayapparaat aan.
6.2 Bekabeling
Voor de bedrading bestaan er twee mogelijkheden:
Verborgen bekabeling
Voor een verborgen montage van de kabel wordt een opening met een overeenkomstige grootte
geboord doorheen de bevestigingsplaats. Breng vervolgens de kabel door de opening, de
camerasteun bedekt zo de kabel.
Zichtbare bekabeling
De kabeldoorvoering bevindt zich aan de zijkant van de
grondplaat van de camerasteun.
6.3 Stroomvoorziening
Vooraleer u met de installatie begint, moet u er zeker van zijn dat de netspanning en de nominale
spanning van de camera overeenstemmen.
De camera's beschikken over een stroomvoorziening 12VDC. Gelieve te polariteit tijdens het
aansluiten te respecteren. Voor het aansluiten is een stekker (DC-voeding 5.5mm x 2.1mm)
voorzien.
TVCC40530
1
2
(1) Videosignaal (BNC)
(2) Stroomvoorziening
46
12VDC