NL
boven beschreven manier afzonderlijk worden ingeleerd bij de
groep.
Nadat de rookmelders onderling zijn ingeleerd, kunnen de appara-
ten worden gemonteerd.
Keuze van de montageplaats
De rookmelder mag uitsluitend aan het plafond worden gemon-
teerd. Montage op een andere plaats, bijvoorbeeld aan de zijwand,
is niet toegestaan.
Er dient bij elke rookmelder getest te worden of hij op zijn installatie-
plaats onder alle omstandigheden via een radiosignaal verbinding
met andere rookmelders binnen het draadloze netwerk en eventueel
met de centrale kan maken (zie ook paragraaf "Communicatietest").
Verder dient te worden gecontroleerd of de montageplaats akoes-
tisch gezien goed gekozen is (zie ook paragraaf "Functietest").
Houdt u er rekening mee dat het frequente uitvoeren van communi-
catie- resp. functietests van invloed kunnen zijn op de levensduur
van de batterij (zie ook paragraaf "Functietest" en "Communicatie-
test").
Minimale bescherming
Voor een minimale bescherming dienen slaapplaatsen, met name
kinder- en slaapkamers, en gangen door middel van een rookmelder
te worden bewaakt. Bij open verbindingen met meerdere verdiepin-
gen dient in ieder geval een rookmelder te worden geplaatst op de
bovenste verdieping.
91