Bij gebruik in openlucht dient absoluut gecontroleerd te worden
of het snoer daar geschikt voor is.
Niet alleen werken. In geval van nood dient er iemand in de
-
buurt te zijn (binnen roepafstand).
Vergewis u ervan dat zich binnen het werkbereik van 12 m geen
kinderen of andere personen bevinden. Let ook op dieren (6).
-
Alvorens het werk te beginnen, dient gecontroleerd te
worden of de elektrische draadmaaier zich in een veilig
functionerende toestand bevindt: stevige zitting van het
maaiwerktuig, de AAN/UITschakelaar moet bij het loslaten
automatisch naar de nulstand terugkeren, werking van de
veiligheidsblokkeertoets, schoon en droog handvat, werking
van de AAN/UITschakelaar, de veiligheidsinrichtingen mogen
niet beschadigd zijn en moeten in de juiste positie gemonteerd
zijn. Elektrisch snoer, stekker, aansluitleidingen en verlengkabel
mogen niet beschadigd zijn. Let tevens op eventuele beschadiging
door veroudering! Anders bestaat gevaar voor letsel! Wordt
de leiding tijdens het werk beschadigd, raak de leiding dan
niet aan vóór ze van het net werd losgekoppeld.
De elektrische draadmaaier en de werktuigen mogen alleen in
het beschreven toepassingsgebied worden ingezet.
De elektrische draadmaaier pas na de volledige montage en
controle starten. Het apparaat mag uitsluitend in compleet
gemonteerde toestand worden gebruikt!
Gebruik het apparaat nooit zonder veiligheidsinrichting.
-
Let er voor het starten op dat het maaiwerktuig niet in aanraking
is met harde voorwerpen, zoals takken, stenen enz. Houd handen
en voeten van het maaiwerktuig verwijderd; vooral ook bij het
starten van de elektrische draadmaaier.
Als in het gedrag van het apparaat veranderingen
worden opgemerkt, dient de motor onmiddellijk te worden
uitgeschakeld.
Als het maaiwerktuig met stenen of andere harde voorwerpen in
aanraking is gekomen, dient de motor onmiddellijk uitgeschakeld
en het maaiwerktuig gecontroleerd te worden.
Het maaiwerktuig moet regelmatig op beschadigingen worden
gecontroleerd. beschadigde maaiwerktuigen mogen in
geen geval gerepareerd en evenmin nog langer gebruikt
worden! Dit geldt ook wanneer er haarscheurtjes aan het
draadkophuis zichtbaar worden.
Stel het handvat goed in voor u het werk aanvat. De op uw
lichaam afgestemde instelling is noodzakelijk om comfortabel
te kunnen werken. Gebruik de elektrische draadmaaier nooit
met één hand.
Tijdens het werk moet de elektrische draadmaaier altijd met
beide handen worden vastgehouden. Zorg ervoor dat u
onafgebroken een stabiele houding aanneemt.
Tijdens werkonderbrekingen en voor het achterlaten van
de elektrische draadmaaier dient het apparaat te worden
uitgeschakeld (7) en moet het zo worden weggezet, dat het
voor niemand een gevaar kan vormen.
Bij het transport en bij een plaatsverandering tijdens het werk
moet de motor worden uitgeschakeld (7).
Werkmethode en -techniek
Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht.
Neem een veilige positie in.
Let op hindernissen, struikelgevaar!
Bij hellende en oneffen terreinen bestaat gevaar voor
uitschuiven!
Maai nooit boven schouderhoogte.
Maai nooit terwijl u op een ladder staat.
Werk nooit op onstabiele ondergronden.
Maak het maaibereik vrij van vreemde voorwerpen, zoals
stenen en metalen onderdelen. Vreemde voorwerpen kunnen
weggeslingerd worden (gevaar voor letsel, 8) en beschadigen
het maaiwerktuig.
Het maaiwerktuig moet het volle arbeidstoerental bereikt hebben
voor met maaien mag worden begonnen.
Bij het werk wordt de elektrische draadmaaier van rechts naar
links in een halve cirkel bewogen (zoals een zeis).
Toepassingsgebied van de maaiwerktuigen
De maaiwerktuigen (9) mogen alleen voor de beschreven werkzaam-
heden worden ingezet! Andere toepassingen zijn niet toegestaan.
2-dradenkop:
Uitsluitend voor het maaien van gras en onkruid tegen muren,
omheiningen, gazonranden, bomen, palen enz.
Het gebruik van metalen maaiwerktuigen met deze elektrische
draadmaaier is verboden! (9a).
Schema afbeelding
360
o
15 meters
6
● Werkonderbreking
● Transport
● Onderhoud
● Wisselen van gereedschap
● Storing
7
8
2-snoeren-kop
9
9a
41