Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Elektrische aansluitingen
!
ZIE WAARSCHUWINGEN EN OPMERKINGEN!
Zie afbeelding 5. Elektrische aansluitingen.
Zie de instructies voor de installatie van de verwarming.
Storing in de zekeringen van de voeding
Vervang een doorgebrande zekering door een nieuwe met dezelfde waarde. De plaatsing van de zekeringen in de voeding wordt getoond
in afbeelding 5.
•
Als de zekering voor de printplaat is doorgebrand, is er waarschijnlijk een storing in de voeding. Onderhoud vereist.
•
Als de zekering in de lijn U1, U2 is doorgebrand, is er een probleem met de verlichting of ventilator. Controleer de bedrading en werking
van de verlichting en ventilator.
Uitbreidingseenheid voeding LTY180-45 (optioneel)
De maximale belasting van de bedieningseenheid kan worden verhoogd met 45 A door uitbreidingseenheid voor de voeding LTY180-45 te
gebruiken. De uitbreidingseenheid voor de voeding wordt geleverd met gedetailleerde installatie-instructies.
Aansluitklemmen voor bediening van de elektrische verwarming
De aansluitklemmen A2 en A4 van de voeding kunnen ook worden gebruikt om bijvoorbeeld de elektrische verwarming te regelen.
Wanneer de verwarming wordt ingeschakeld vanaf de besturingseenheid, wordt er spanning gegenereerd in aansluitklem A2. Wanneer de
verwarmingselementen worden ingeschakeld, wordt er spanning opgewekt in aansluitklem A4. Deze signalen kunnen worden gebruikt om
de verwarming uit te schakelen.
De temperatuursensoren installeren
!
ZIE WAARSCHUWINGEN EN OPMERKINGEN!
De temperatuursensor WX232 installeren
De onderstaande instructies zijn algemene richtlijnen. Controleer altijd de juiste locatie voor de temperatuursensor aan de hand van de
installatie-instructies van de verwarming. OPMERKING! Als er een temperatuursensor bij de verwarming is geleverd, gebruik deze
dan en installeer hem volgens de instructies. Gebruik anders de temperatuursensor die bij de bedieningseenheid wordt geleverd.
•
Aan de muur gemonteerde verwarmingen (zie afbeelding 6)
Bevestig de temperatuursensor aan de muur boven de verwarming, langs de verticale middellijn die evenwijdig loopt aan de zijkanten
van de verwarming, op een afstand van 100 mm van het plafond.
•
Op de vloer gemonteerde verwarmingen (zie afbeelding 7)
Optie 1: Bevestig de temperatuursensor aan de muur boven de verwarming, langs de verticale middellijn die evenwijdig loopt aan de
zijkanten van de verwarming, op een afstand van 100 mm van het plafond.
Optie 2: Bevestig de temperatuursensor aan het plafond boven de verwarming, op een afstand van 100-200 mm van de verticale
middellijn van de zijkant van de verwarming.
!
DE TEMPERATUURSENSOR MOET ALTIJD OP DE AANGEGEVEN PLAATS WORDEN GEÏNSTALLEERD. ALS DE MINIMALE
AFSTAND TOT DE LUCHTTOEVOERKLEP NIET WORDT AANGEHOUDEN, MOET DE VENTILATIE WORDEN AANGEPAST!
!
DE LUCHTTOEVOERKLEP VAN DE SAUNA MAG ZICH NIET IN DE BUURT VAN DE TEMPERATUURSENSOR BEVINDEN. De
luchtstroom koelt de lucht af die langs de temperatuursensor stroomt, waardoor de sensor een onjuiste waarde registreert.
Hierdoor kan de saunaverwarming te heet worden. De minimumafstand van de toevoerluchtklep tot de sensor: afbeelding 3
De minimumafstand van de
toevoerluchtklep tot de sensor
ZIE TECHNISCHE GEGEVENS!
ZIE TECHNISCHE GEGEVENS!
min. 1000 mm
360°
min. 500 mm
180°
min.
350 mm
180°/
360°
SASPO105 Toevoerluchtverdeler
(optioneel)
› Zie de instructies!
NL
4.
47
Werbung
