3.4 Regeling van de verfopbrengst
Voor een grotere opbrengst draait u de
aanslagschroef 5 tegen de wijzers van de klok.
Om de opbrengst te verminderen draait u de aan-
slagschroef 5 met de wijzers van de klok mee.
Aanwijzing: De voorste stelschroef 4 beperkt de
verstelling van de aanslagschroef 5 .
3.5 Instellen van de verfstraal
Bij het apparaat zijn de volgende instellingen
mogelijk:
Ronde straal (voor moeilijk toegankelijke plekken)
Brede straal (om horizontaal te werken)
Vlakke straal (om verticaal te werken)
Om de spuitkop
in te stellen, draait u de stelschroef
10
los door ze tegen de wijzers van de klok te draaien.
11
Om de verfstraal vast te zetten, draait u de stelschroef
met de wijzers van de klok mee weer vast.
11
48
NL/BE
Afstellen van de ronde straal:
Afstellen van de brede/vlakke straal:
4
5
6
6
6
3.6 Regeling van het luchtvolume
Aanwijzing: Door proefstroken te spuiten kunt u de
gewenste instellingen vinden.
Aanwijzing: Begin met het maximale luchtvolume
en met een afstand van ongeveer 10 cm tot het
werkvlak om de passende instelling te vinden.
LET OP!
Niet tegen de wind in spuiten!
Draai regelaar 6 met de wijzers van de klok
mee en de sproeikop
10
de volgende figuur.
Draai regelaar 6 tegen de wijzers van de
klok in en de sproeikop
in de volgende figuur.
10
10
10
Om het luchtvolume te vergroten, draait u de
regelaar voor het luchtvolume 8 tegen de
wijzers van de klok. Een groter luchtvolume is
ideaal voor een grove verstuiving.
Om het luchtvolume te verkleinen, draait u de rege-
laar voor het luchtvolume 8 met de wijzers van de
klok mee. Een kleiner luchtvolume is ideaal voor een
dichtere spuitnevel.
zoals aangegeven op
zoals aangegeven
10