Montageanleitung
max. 300 mm
•
Montagehandleiding
VKS 10
Schieben Sie nun die Stromschiene
soweit zurück, bis beidseitig der glei-
che Überstand ,,B" erreicht ist (G11).
Entgraten Sie die gekürzten Strom-
schienenenden, sowie das Isolierprofil.
5.5 Biegen der Schleifleitung
Die Schleifleitungen werden grundsätz-
lich nur werkseitig gebogen.
Der Mindestradius beträgt:
Innenradius
R = 1000 mm
Aussenbögen R = 1500 mm
5.6 Endkappen
Endkappen bilden den berührungsge-
schützten Abschluss der Schleifleitung.
G12
Stecken Sie zuerst die Kriechwegver-
längerung auf die Enden (G12).
G13
Schieben Sie die Endkappen auf die
Schleifleitungsenden auf (G13).
H
Die Verschraubung der Endkap-
pen erfolgt von der Stromschie-
nenseite durch die vorgelochten
Bohrungen. Beachten Sie die
Kennzeichnungen für rechts (R)
und links (L) auf der Endkappe.
G14
Verschrauben Sie die Endkappen mit der
Schleifleitung (G14). Die Schrauben sind
in der Verpackungseinheit enthalten.
G15
H
Der Überhang zur ersten bzw.
letzten Aufhängung darf max.
300 mm betragen (G15).
Schuif nu de stroomrail zover terug,
tot aan beide zijden hetzelfde over-
stekend stuk ,,B" is bereikt (G11).
De korter gemaakte einden van
de stroomrail en het isoleerprofiel
afbramen.
5.5 Buigen van de stroomrail
De stroomrails worden in principe alleen
in de fabriek gebogen.
De minimum straal is:
Binnenstraal
R = 1000 mm
Buitenbogen R = 1500 mm
5.6 Eindkappen
Eindkappen vormen de tegen aanraking
beschermde afsluiting van de stroomrail.
Schuif eerst de kruipwegverlenging
op de einden (G12).
Schuif de eindkappen op de einden
van de stroomrail (G13).
H
De schroefbevestiging van de
eindkappen vindt plaats van de
stroomrailkant door de van te
voren aangebrachte gaten. Let
op de kenmerken voor rechts (R)
en links (L) op de eindkap.
Schroef de eindkappen vast op de
stroomrail (G14). De schroeven bevinden
zich in de verpakkingsunit.
H
Het
overhangend
naar de eerste resp. de laatste
ophanging mag max. 300 mm
bedragen (G15).
gedeelte
11