Laad het product nooit op bij omgevingstemperaturen lager dan +10 °C
of hoger dan +40 °C. De opbergomstandigheden moeten koel en droog
zijn en de omgevingstemperatuur moet liggen tussen 0 °C en +50 °C.
In dit product is een accu ingebouwd die niet door de gebruiker
vervangen kan worden . Om gevaren te vermijden mag de accu alleen
verwijderd of vervangen worden door de fabrikant, zijn klantendienst
of een vergelijkbaar gekwalificeerd persoon. Bij het verwijderen van dit
product moet erop gewezen worden dat er in het product een accu zit .
Accu opladen
Oplaadprocedure starten
1 . Steek de USB-stekker (type A)
aansluiting (type A)
2 . Steek de USB-stekker (type C)
het product .
3 . Steek de netvoedingadapter
De accustatusindicator
Accustatusindicator
Rode LED knippert continu
Groene LED licht 2 minuten lang en schakelt
zichzelf vervolgens automatisch uit
TIP
Het product kan tijdens het opladen gebruikt worden . Het is normaal
u
dat het product tijdens het opladen wat warmer wordt .
Tijdens het opladen is het mogelijk dat u niet met het product kunt
u
werken als de accu bijna helemaal leeg was . Dit hangt af van de
gebruikte netvoedingadapter .
Oplaadprocedure beëindigen
1 . Koppel de laadkabel
2 . Trek de netvoedingadapter
36 NL/BE
van de laadkabel
13 ]
[
van de netvoedingadapter
12 ]
[
in de USB-aansluiting (type C)
[
15 ]
in een stopcontact .
11 ]
[
geeft de oplaadstatus als volgt aan:
8 ]
[
8 ]
[
los van het product .
[
14 ]
uit het stopcontact .
[
11 ]
in de USB-
[
14 ]
.
11 ]
[
Oplaadstatus
Wordt opgeladen
Accu opgeladen
van
5 ]
[