NL
PRODUCTKENMERKEN
Met de elektronische remvloeistoftester kunt u de waterinhoud van de remvloeistof eenvoudig en snel
testen. Water in remvloeistof vermindert de eigenschappen en heeft een aanzienlijke invloed op de
rijveiligheid. De juiste, betrouwbare en veilige werking van het apparaat is afhankelijk van de juiste
exploitatie, daarom: Lees daarom voorafgaand aan de ingebruikname de volledige handleiding
en bewaar deze goed. De leverancier is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het niet
naleven van de veiligheidsvoorschriften en aanbevelingen in deze handleiding. Productgebruik in strijd
met het beoogde doeleinde leidt tevens tot verval van de garantie.
TECHNISCHE GEGEVENS
Getest type remvloeistof: DOT3, DOT4, DOT5.1
Voeding: 5 V d.c.; USB-C
Accu: Li-Ion, 3,7 V, 600 mAh; 2,22 Wh
Arbeidsvoorwaarden T: -20
C - 70
C R
<80%
O
O
h
Opslagruimte voorwaarden T: -30
C - 50
C R
<80%
O
O
h
Massa: 130 g
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Houd uw werkomgeving veilig. De werkplek moet goed verlicht zijn. Zorg ervoor dat u voldoende
ruimte heeft om u vrij te kunnen bewegen in het werkgebied. Houd uw werkomgeving vrij van obsta-
kels, vet, olie, afval en ander afval. Het apparaat is niet bestand tegen overstroming en is ontworpen
voor gebruik binnenshuis. Stel het apparaat niet bloot aan water, neerslag of andere vloeistoff en.
Vermijd contact met alle hete motoronderdelen, anders kunt u zich verbranden. Vermijd contact met
bewegende delen van de draaiende motor. Voorkom het onbedoeld ontstaan van brand of explosie.
Niet roken en geen open vuur in de buurt van brandstof, motor en accu houden. Remvloeistof mag
niet in contact komen met de huid. Draag latex of nitril beschermende handschoenen. Remvloeistof
kan het lakwerk beschadigen, vermijd spatten van remvloeistof. Het is mogelijk dat de hierboven be-
schreven waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en instructies niet alle mogelijke omstandigheden
en situaties dekken die zich kunnen voordoen. De bediener moet begrijpen dat gezond verstand en
voorzichtigheid geen factoren zijn die niet in de apparatuur kunnen worden ingebouwd, maar deze
zelf moeten leveren.
VOORBEREIDING OP HET WERK
Voordat u met de werkzaamheden begint, moet u de ingebouwde accu opladen. De stekker van de
bevestigde kabel moet worden aangesloten op het stopcontact aan de onderkant van de handgreep.
De tweede stekker moet worden aangesloten op de USB-aansluiting. U kunt elke USB-poort gebruiken
met een stroomcapaciteit van ten minste 500 mA. Het kan een stopcontact zijn dat in een computer is
ingebouwd of een oplader die met een dergelijk stopcontact is uitgerust.
Het apparaat start, het display gaat branden en de accu wordt opgeladen. Het vullen van het accusym-
bool op het display verschijnt geleidelijk. Het einde van het oplaadproces wordt aangegeven door het vol-
ledig vullen van het accusymbool op het display. Als het opladen klaar is, koppelt u onmiddellijk het appa-
raat los van de kabel. Als u de stekker in het stopcontact steekt, vermindert dit de prestaties van de accu
en kan deze beschadigd raken. Het apparaat kan niet worden gebruikt tijdens het opladen van de accu.
Het vullen van de accu-indicator op het display neemt geleidelijk af naarmate de accu leeg is. Bij
gebruik bij lage temperaturen, onder 0
C, zullen de prestaties van de accu afnemen. Dit is normaal,
O
de prestaties van de accu zullen terugkeren naar het normale niveau wanneer de temperatuur wordt
verhoogd.
De meetsonde bevindt zich op een fl exibele slang, waardoor de meting zodanig kan worden uitgevoerd
dat alleen de meetsonde in de vloeistof wordt ondergedompeld en het apparaat zelf op een veilige
afstand van het remvloeistofreservoir en andere delen van het voertuig blijft.
APPARAATBEDIENING
Start het apparaat door kort op de gemarkeerde I/O-schakelaar te drukken. Het display verlicht en
toont rechthoekige velden die het percentage water in de remvloeistof aangeven. Tijdens de test wordt
een meetladder naast de velden weergegeven. Met de volgende stappen van de ladder kunt u het
meetresultaat afl ezen.
Selecteer het type remvloeistof met de knop gelabeld MODUS. Het type markering verschijnt op het
display.
Dompel de sonde onder in de remvloeistof zodat beide sonde-elektroden volledig zijn ondergedom-
peld. De treden van de ladder die verschijnen naast het vakje met het opschrift <1% GOED, betekenen
dat de vloeistof niet hoeft te worden vervangen. Als de treden van de ladder naast het vakje met het
opschrift 2,5% verschijnen! 1,5% betekent dat de remvloeistof in slechte staat is en onmiddellijk moet
worden vervangen. Als de treden van de ladder verschijnen naast het vakje met het opschrift >4%
STOP 3%, betekent dit dat de vloeistof niet geschikt is voor verder gebruik en moet worden vervangen
voordat u gaat rijden.
Met de knop met het symbool van de zaklantaarn kunt u de lamp die het werkgebied van het apparaat
verlicht, in- en uitschakelen. Met de knop met het luidsprekersymbool kunt u het geluidssignaal dat
wordt geactiveerd wanneer de geteste vloeistof te veel water bevat, in- en uitschakelen. Met de knop
met het hangslotsymbool kunt u het meetresultaat op het scherm houden, zelfs na het verwijderen
van de sonde uit de vloeistof. Op deze manier kunt u het meetresultaat eenvoudig aan anderen laten
zien. Als een van de hierboven beschreven modi is geactiveerd, verschijnt het symbool op de knop
op het display.
32
O O R S P R O N K E L I J K E I N S T R U C T I E S