KR103 Digital Intelligent Piano
Function-menu
12.
Function-menu
De Function-mode van de KR103 bevat iets geavanceerdere instellingen, die u waarschijnlijk maar sporadisch nodig hebt.
Hier vindt u dingen waarmee u de respons van het instrument nog beter op uw verwachtingen kunt afstemmen. Neem
dus even de tijd om te kijken wat u hier allemaal kunt instellen. De meeste instellingen ("*") kunt u in een User Program
opslaan (zie blz. 163).
Parameters editen (basiswerkwijze)
De FUNCTION-parameters van de KR103 kunt u via het
display editen. De algemene werkwijze voor de parame-
ters hieronder luidt als volgt:
(1) Druk op de [Function]-knop (indicator moet oplich-
ten).
Volume
(2) Kies met [√][®] de parameter wiens waarde u wilt
wijzigen (zie verderop).
Het display beeldt nu "VALUE" en een waarde af om
duidelijk te maken dat u de gekozen parameter kunt
wijzigen ("editen").
KbdTouch
(3) Wijzig de waarde van de gekozen parameter met
de [+][–]-knoppen.
Opgelet: Zie ook "Werken met de [+][–]-knoppen" op blz. 135.
Opgelet: Druk [+] en [–] samen in om weer de voorgepro-
grammeerde parameterwaarde te kiezen.
(4) Kies met [√][®] een andere Function-parameter.
(5) Druk op de [Exit]-knop om deze functie te verlaten.
Beschikbare parameters
G KbdTouch*—(LOW, MEd, HIG, Fabrieksinstelling: MEd)
Met deze parameter kunt u de respons van de KR103
aan uw manier van spelen aanpassen. Zie blz. 153.
G MstrTune° (Master Tune)—(427.4~452.6, Fabrieksin-
stelling: 440.0) Met deze parameter kunt u de algemene
stemming van de KR103 wijzigen. Dat kan nodig zijn, als
u een zanger, een akoestisch instrument, een CD of cas-
sette wilt begeleiden.
G SplitPnt* (splitpunt)—(36~96, Fabrieksinstelling: 55)
Met deze parameter kunt u het splitpunt voor de Arran-
ger en de Lower-part instellen. De hier gekozen waarde
slaat op de laagste noot die u met de Upper-part kunt
spelen. Het getal slaat op een noot. "55" slaat op de
noot "G3".
G Chr* (chorustype)—(Fabrieksinstelling: Chorus 3) Met
deze parameter kiest u het chorustype of schakelt u de
160
Function
Part Balance
Transpose
Reverb
Demo
Brilliance
Balance
User Program
Accomp
Keyboard
120
=
G LFT & CNT* (functie van het linker en middelste
pedaal)—(Fabrieksinstelling: "Soft" voor LFT/"Sostenut"
voor CNT) Met deze parameters kunt u andere functies
aan de pedalen toewijzen. Zie "Pedalen als schakelaars
gebruiken" op blz. 153 voor meer details.
Opgelet: Het linker of middelste pedaal hanteert de toege-
wezen functie alleen, als u daarna niet op de [Piano]-knop
drukt en als de PDLSHIFT-parameter (zie blz. 164) op
"Off" staat.
G UpperOct*, LayerOct*, LowerOct* (octaaftransposi-
tie)—(–4~0~4, Fabrieksinstelling: 0) Met deze parameter
kunt u de toonhoogte van de betreffende part (Upper,
Layer of Lower) maximaal vier octaven verhogen of ver-
minderen. Dat kan van pas komen voor techno/dance-
nummers e.d. waarvoor u een pianoklank in twee octa-
ven nodig hebt.
Dit effect bereikt u door twee gelijkaardige (of twee keer
dezelfde) klank(en) aan Upper en Layer toe te wijzen, de
[Layer]-knop te activeren en voor "LayerOct" de waarde
"–1" (of "1") te kiezen.
Opgelet: Wanneer u een Drum Set aan de Upper-part toe-
wijst, verandert de toonhoogte van de drum-/percussie-
klanken niet. Dan worden gewoon andere klanken aan de
toetsen toegewezen ("verschuiving" van het klavier). Voor-
beeld: als u "UpperOct" op "–1", zet, kan de basdrum via de
"C3"-toets (i.p.v. de "C2") worden bespeeld, terwijl u links
van de "C3" andere klanken kunt aansturen.
G ChordInt (Arranger Chord intelligence)—(Md1, Md2,
Off, Fabrieksinstelling: Md1) Met deze parameter kiest u
het Chord Intelligence-systeem dat de KR103 moet
hanteren: het Roland-systeem ("Md1", vanuit een peda-
gogisch oogpunt zinvoller, zie ook blz. 179) of het
"Md2"-systeem dat als volgt werkt:
Majeur-
Druk de toets van de grondtoon in.
akkoorden
Mineur-
Grondtoon + eender welke zwarte
akkoorden
toets links daarvan.
Septiem-
Grondtoon + eender welke witte toets
akkoorden
rechts daarvan.
Mineur 7-
Grondtoon + eender welke zwarte
akkoorden
toets links + eender welke witte toets
rechts daarvan.
In beide gevallen volstaat het dus een klein aantal toet-
sen in te drukken om toch volledige akkoorden te horen.
Als u liever zelf bepaalt welke akkoorden er moeten
weerklinken, moet u deze functie uitschakelen ("Off").
G Bass Inv*—(On/Off) Met deze parameter bepaalt u hoe
de Arranger de door u gespeelde akkoorden moet ont-
cijferen. Zie blz. 150.
chorusprocessor uit. Zie blz. 157.