3. INSTALLATIE EN AANSLUITING (vervolg)
7) Vergewis er u van dat er geen enkele ALARMcode weergegeven wordt
wanneer de eenheid op ON staat (zie herstellingsgids).
8) Leg het waterdebiet vast met de bypassklep (zie §3.6 en 2.1), zoals
respectievelijk voorzien voor elk model, om een temperatuurverschil
Aanvoer/Afvoer te verkrijgen van 2C.
9) Na enkele minuten werking, controleren dat de afgevoerde lucht van de
eenheid afgekoeld is (tussen 5 en 10).
10) Aangezien de eenheid in werking is, schakelt u de filtreerpomp uit. De
eenheid moet automatisch stilvallen en de foutcode E03 weergeven.
11) Laat de eenheid en de zwembadpomp 24 uur op 24 draaien totdat de
gewenste watertemperatuur bereikt is. Wanneer de aanvoertemperatuur
van het water de ingestelde waarde bereikt, stopt de eenheid. De eenheid
start dan automatisch opnieuw (zolang de zwembadpomp ingeschakeld
is) indien de temperatuur van het zwembad minstens 0.5C lager is dan de
ingestelde temperatuur.
Debietregelaar - De eenheid is uitgerust met een debietregelaar die de
warmtepomp inschakelt wanneer de filtreerpomp van het zwembad in werking
is en deze uitschakelt wanneer de filtreerpomp buiten werking is. Bij gebrek
aan water wordt de alarmcode E03 op de regelaar weergegeven (zie § 6.4).
Vertraging - de eenheid integreert een vertraging van 3 minuten om de
onderdelen van het besturingscircuit te beschermen, alle onstabiliteit weg te
werken bij het herstarten en elke interferentie op het niveau van het relais
uit te schakelen. Dankzij deze vertraging herstart de eenheid automatisch
ongeveer 3 minuten na elke onderbreking van het besturingscircuit. Zelfs een
stroomonderbreking van korte duur activeert de opstartvertraging.
9