8
Reiniging en onderhoud
De volgende hulpmiddelen mogen niet worden gebruikt om de vaatwasmachine te reinigen:
– Hogedrukreinigers, stoomreinigers
– Chloor en andere zuurhoudende reinigingsmiddelen
– Metalen sponsen of staalborstels
– Schuurmiddelen of krassende reinigingsmiddelen
8.1
Vaatwasmachine tijdens de werking reinigen
8.2
Vaatwasmachine aan het einde van de werkdag reinigen
ECO-module reinigen
Dagelijks voor het ledigen van de vaatwasmachine bij vaatwasmachines met ECO-module
1
Gebruiksaanwijzing
3
2
Verluchtingsrooster reinigen
Ø
Het verluchtingsrooster (1) aan de bovenkant verwijderen en
het in de vaatwasmachine wassen.
Ø
Het verluchtingsrooster (1) monteren.
Aanzuigkanaal reinigen
Ø
Kap openen.
Ø
Het aanzuigkanaal (2) uitspuiten met warm water. Een water-
slang gebruiken, geen hogedrukreiniger.
Vetfilter reinigen
Ø
Het vetfilter (3) verwijderen aan de voorkant en het in de vaat-
wasmachine wassen.
Ø
Het vetfilter (3) monteren.
|
|
12020321/01; 2023-07
|
Reiniging en onderhoud
8
|
Nederlands
197