3.3.5 De testmodus configureren
Zodra de installatie van de ontvochtiger is voltooid, kan de installateur het apparaat in de testmodus controleren. Deze
modus wordt gebruikt om de ontvochtigingsfuncties (en de verwarmingskit, indien geïnstalleerd) te forceren.
Om de testmodus te activeren/deactiveren:
• Blader met de toetsen
om te bevestigen.
SET
• Gebruik de toetsen
- 0 = testmodus stoppen (standaardinstellingen)
- 1 = testmodus starten.
• Druk op
om te bevestigen.
OK
• Druk op
om terug te gaan naar het vorige scherm.
Druk een aantal keren op
• Wanneer de testmodus is geactiveerd, wordt het symbool
Om de duur van de testmodus in te stellen:
• Blader met de toetsen
om te bevestigen.
SET
• Gebruik de toetsen
op: de duur moet worden ingesteld voordat de testmodus wordt uitgevoerd. Wijzigingen aan deze instelling tijdens
de test worden pas later in aanmerking genomen.
• Druk op
om te bevestigen.
SET
• Druk op
om terug te gaan naar het vorige scherm.
Druk een aantal keren op
• Als de testmodus voortijdig handmatig wordt gestopt ("P30" = 0), blijft het symbool
staan tot "P31" is afgeteld.
In de testmodus kunnen verschillende controles worden
uitgevoerd:
• Controleren of er warme lucht uit de blaasroosters van het
apparaat komt.
• Controleren of de volgende symbolen worden weergegeven:
3.3.6 AAN/UIT met afstandsbediening begrijpen
of
door het menu "EENV" tot u de instelling "P30" bereikt, en druk vervolgens op
of
om het volgende te selecteren:
om terug te gaan naar het startscherm.
of
door het menu "EENV" tot u de instelling "P30" bereikt, en druk vervolgens op
of
om de gewenste duur (in minuten) te kiezen. De standaardduur is 30 minuten. Let
om terug te gaan naar het startscherm.
•
Raadpleeg § 2.6.1 "Gedetailleerde weergave van het klemmenblok"
voor meer informatie over de aansluitkenmerken.
•
Deze ingang is een DROOG CONTACT en is in de fabriek ingesteld om te
worden gesloten door een shunt. Dit betekent dat het apparaat alleen
wordt beheerd via het hoofdgebruikersdisplay.
•
Als de gebruiker het apparaat wil aansturen met een extern
DROOG CONTACT, moet dat contact tussen deze klemmen worden
aangesloten: X9.1 - X9.2.
•
Als deze klemmen een open contact detecteren, zal het apparaat UIT
zijn, als gevolg van deze externe ingang, zie de afbeelding links.
•
Zodra het contact weer is gesloten, keert het apparaat terug naar zijn
eerdere toestand.
weergegeven.
op het scherm
Ontvochtiging
Verwarming
NL
of
141