OPMERKING: Als het schroefbit of de schroefdop
niet diep genoeg in de bus wordt gestoken, zal de
bus niet naar haar oorspronkelijke positie terugke-
ren en zal het schroefbit of de schroefdop niet goed
vastzitten. In dat geval dient u het schroefbit of de
schroefdop opnieuw erin te steken volgens de boven-
staande procedure.
OPMERKING: Nadat u het schroefbit of de
schroefdop erin hebt gestoken, controleert u of deze
stevig vast zit. Als deze eruit komt, mag u hem niet
gebruiken.
De haak aanbrengen
Optioneel accessoire
De haak is handig om het gereedschap aan op te han-
gen. Breng de haak aan in de gaten in de behuizing van
het gereedschap.
► Fig.16: 1. Haak 2. Gat
BEDIENING
LET OP:
Het boren zal niet sneller verlopen
als u hard op het gereedschap drukt. In feite
zal dergelijk hard drukken alleen maar leiden tot
beschadiging van het boorbit, lagere prestaties van
het gereedschap en een kortere levensduur van het
gereedschap.
LET OP:
Zet het werkstuk altijd vast in een
bankschroef of soortgelijke klemvoorziening.
► Fig.17
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de punt
van het schroefbit of de schroefdop in de schroefkop.
Oefen zoveel kracht op het gereedschap uit als nodig is
om het schroefbit op zijn plaats te houden. Schakel ver-
volgens het gereedschap in om de bediening te starten.
KENNISGEVING:
Als u een reserveaccu
gebruikt om de werkzaamheden voort te kunnen
zetten, geeft u het gereedschap minstens 15
minuten rusttijd.
KENNISGEVING:
Gebruik altijd het bit dat
geschikt is voor de kop van de aan te draaien
schroef/bout.
KENNISGEVING:
Houd het gereedschap vooral
recht op de schroef.
KENNISGEVING:
Als u de schroef een lange
tijd aandraait, kan de schroef of de kop van het
schroefbit overbelast, vervormd of beschadigd
worden. Alvorens u aan het werk gaat, dient u
altijd even proef te draaien om de juiste aandraai-
tijd voor uw type schroef te bepalen.
KENNISGEVING:
Als het gereedschap continu
wordt bediend totdat de accu leeg is, laat u het
gereedschap gedurende 15 minuten liggen alvo-
rens verder te werken met een volle accu.
Het aandraaimoment wordt beïnvloed door een groot
aantal verschillende factoren, waaronder de volgende.
Controleer na het vastdraaien altijd het aandraaimo-
ment met een momentsleutel.
1.
Wanneer de accu bijna leeg is, neemt de spanning
af en vermindert het aandraaimoment.
2.
Schroefbit of schroefdop
Het aandraaimoment vermindert als u niet een
schroefbit of schroefdop van de juiste maat
gebruikt.
3.
Bout
•
Zelfs wanneer het koppelcoëfficiënt over-
eenkomt met de boutklasse, hangt het juiste
aandraaimoment af van de boutdiameter.
•
Zelfs wanneer de boutdiameters gelijk zijn,
hangt het juiste aandraaimoment af van
het koppelcoëfficiënt, de boutklasse en de
boutlengte.
4.
Door het gebruik van een universeelkoppeling
of de dopadapter zal de aandraaikracht van het
gereedschap iets lager zijn. Hiervoor kunt u com-
penseren door iets langer aan te draaien.
5.
Het type materiaal dat wordt bevestigd, de manier
waarop het gereedschap wordt vastgehouden en
het toerental van het gereedschap zijn van invloed
op het aandraaimoment.
6.
Bij lagere toerentallen wordt ook het aandraaimo-
ment kleiner.
61 NEDERLANDS