KENNISGEVING:
Als "OP" (auto-stop-losdraaifunctie) wordt weergegeven op de indicator, zijn de instellingen
voor koppelniveau en rundown-niveau niet beschikbaar. In dat geval verandert u de functie naar de auto-stop-aan-
draaifunctie en stelt u het koppelniveau en rundown-niveau op de computer in met behulp van "Makita Industry
Tool Settings".
Het koppelniveau veranderen
U wilt het koppelniveau veranderen van 23 naar 34
► Fig.8
1.
Druk meerdere keren op de instelknop totdat op
de indicator het 2-cijferige nummer wordt weerge-
geven dat overeenkomt met het huidig ingestelde
koppelniveau.
2.
Houd de instelknop ingedrukt tot het cijfer van de
tientallen begint te knipperen.
3.
Stel het cijfer van de tientallen in door kort op de
instelknop te drukken. Elke keer wanneer u op de
instelknop drukt, geeft de indicator een cijfer weer
van "0" tot en met "4" en "F" in cyclische volgorde.
4.
Houd de instelknop ingedrukt tot het cijfer van de
eentallen begint te knipperen.
5.
Stel het cijfer van de eentallen in door kort op de
instelknop te drukken. Elke keer wanneer u op de
instelknop drukt, geeft de indicator een cijfer weer
van "0" tot en met "9" en "F" in cyclische volgorde.
6.
Houd de instelknop gedurende enkele seconden
ingedrukt.
OPMERKING: Als u niet weet welk koppelniveau
geschikt is voor uw werkzaamheden, stelt u "FF" in
zodat het gereedschap in de vrije functie werkt.
OPMERKING: Als u "00" invoert, wordt "FF" weerge-
geven in plaats van "00".
Het rundown-niveau veranderen
U wilt het rundown-niveau veranderen van L1
naar L2
► Fig.9
1.
Druk meerdere keren op de instelknop totdat de
indicator 2 tekens weergeeft beginnende met "L"
gevolgd door een cijfer. Dit geeft de huidige instel-
ling van het rundown-niveau aan.
2.
Houd de instelknop ingedrukt totdat de indicator
begint te knipperen.
3.
Stel het rundown-niveau in. Elke keer wanneer u
op de instelknop drukt, geeft de indicator "L1" tot
en met "L7" weer in cyclische volgorde. Het laag-
ste rundown-niveau is "L1" en het hoogste is "L7".
4.
Houd de instelknop gedurende enkele seconden ingedrukt.
Het kortste werktijdbereik
veranderen
U wilt het kortste werktijdbereik veranderen van 2.5
naar 3.6
► Fig.10
1.
Druk meerdere keren op de instelknop totdat op
de indicator "Lo" en een cijfer beurtelings weer-
geeft. Dit geeft de huidige instelling van het kortste
werktijdbereik aan.
2.
Houd de instelknop ingedrukt tot het cijfer van de
eentallen begint te knipperen.
3.
Stel het cijfer van de eentallen in door kort op de
instelknop te drukken. Elke keer wanneer u op de
instelknop drukt, geeft de indicator een cijfer weer
van "0" tot en met "9" in cyclische volgorde.
4.
Houd de instelknop ingedrukt tot het cijfer van de
decimaal begint te knipperen.
5.
Stel het cijfer van de decimaal in door kort op de
instelknop te drukken. Elke keer wanneer u op de
instelknop drukt, geeft de indicator een cijfer weer
van "0" tot en met "9" in cyclische volgorde.
6.
Houd de instelknop gedurende enkele seconden
ingedrukt.
OPMERKING: Wanneer u een waarde lager dan
"0.1" instelt voor het kortste werktijdbereik, geeft de
indicator "-.-" weer en wordt het kortste werktijdbereik
uitgeschakeld. Om "-.-" in te stellen, stelt u de waarde
in op "0.9" en drukt u op de instelknop terwijl het cijfer
van de eentallen knippert.
Het langste werktijdbereik
veranderen
U wilt het langste werktijdbereik veranderen van 2.5
naar 3.6
► Fig.11
1.
Druk meerdere keren op de instelknop totdat op
de indicator "HI" en een cijfer beurtelings weer-
geeft. Dit geeft de huidige instelling van het lang-
ste werktijdbereik aan.
2.
Houd de instelknop ingedrukt tot het cijfer van de
eentallen begint te knipperen.
3.
Stel het cijfer van de eentallen in door kort op de
instelknop te drukken. Elke keer wanneer u op de
instelknop drukt, geeft de indicator een cijfer weer
van "0" tot en met "9" in cyclische volgorde.
4.
Houd de instelknop ingedrukt tot het cijfer van de
decimaal begint te knipperen.
5.
Stel het cijfer van de decimaal in door kort op de
instelknop te drukken. Elke keer wanneer u op de
instelknop drukt, geeft de indicator een cijfer weer
van "0" tot en met "9" in cyclische volgorde.
6.
Houd de instelknop gedurende enkele seconden
ingedrukt.
OPMERKING: Wanneer u een waarde hoger dan
"9.9" instelt voor het langste werktijdbereik, geeft de
indicator "-.-" weer en wordt het langste werktijdbereik
uitgeschakeld. Om "-.-" in te stellen, stelt u de waarde
in op "9.9" en drukt u op de instelknop terwijl het cijfer
van de eentallen knippert.
57 NEDERLANDS