REINIGING EN ONDERHOUD
1. Dompel het apparaat nooit in water of in een andere vloeistof om het te
reinigen.
2. Veeg het apparaat af met een licht vochtige doek.
3. Gebruik geen schurende sponsjes, schuurmiddelen, staalwol, metalen
voorwerpen, desinfecterende middelen of hete schoonmaakmiddelen,
omdat deze het apparaat kunnen beschadigen.
4. Zonodig kunt u de blaasmond onder stromend water reinigen. Laat de
blaasmond in dit geval absoluut eerst helemaal opdrogen, voordat u hem
weer gebruikt.
OPBERGEN
1. Wikkel het snoer nooit om het apparaat, om schade aan het snoer te
vermijden.
2. Het apparaat beschikt over een ophangoog, waar u het aan kunt ophangen.
3. Bescherm het apparaat tegen stof.
32
Trek de stekker uit het stopcontact.
Laat het apparaat afkoelen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Laat het apparaat afkoelen.