Controle- en statuslampjes
Het systeem geeft door middel van leds informatie over de stroomvoorziening en
de operationele status van het apparaat. De controlelampjes
betreffende activiteit van het notebook:
Toegangsweergave
Wanneer deze LED oplicht resp. knippert, spreekt het notebook de
harde schijf aan.
Vliegtuigmodus
Deze led brandt wanneer het systeem in de vliegtuigmodus.
Led accu oplaad
Deze indicator licht oranje op wanneer de batterij wordt opgeladen.
Deze indicator licht groen op wanneer de batterij volledig is
opgeladen.
De indicator knippert oranje als het laadniveau van de batterij laag is
en moet worden opgeladen.
Controlelampje
Deze indicator licht oranje op wanneer de stroomadapter is
aangesloten.
De indicator knippert groen als het apparaat zich in de energiebespa-
rende modus bevindt.
Stroomvoorziening
Aan-uitschakelaar
− Klap het notebook open en houd de aan-uitschakelaar
het notebook in resp. uit te schakelen.
Als het niet meer lukt om het notebook uit te schakelen via de software,
houd de aan-uitschakelaar dan 10 seconden ingedrukt.
Schakel uw notebook niet uit, terwijl de harde schijf in gebruik is. An-
ders kunnen er gegevens verloren gaan. Ter bescherming van de harde
schijf dient u na het uitschakelen van het notebook altijd minstens 5
seconden te wachten voordat u deze weer inschakelt.
28
8
lichten op bij de
5
even ingedrukt om