10. Houd u aan de plaatselijke regelgeving aangaande
het weggooien van de accu.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
Tips voor een lange levensduur van de
accu
1. Laad de accu op voordat deze volledig leeg is.
Wanneer u merkt dat het gereedschap minder
vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan en
laadt u eerst de accu op.
2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op.
Te lang opladen verkort de levensduur van de
accu.
3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur
van 10 °C t/m 40 °C. Laat een warme accu eerst
afkoelen voordat u deze oplaadt.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
• Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en
dat de accu is verwijderd voordat u de werking van het
gereedschap aanpast of controleert.
De accu aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 1)
LET OP:
• Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accu
aanbrengt of verwijdert.
• Houd het gereedschap en de accu stevig vast
tijdens het aanbrengen of verwijderen van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet stevig
vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en
beschadigd raken, of kan persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
eraf.
Om de accu aan te brengen, lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk erin tot u een
klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan de bovenkant van
de knop kunt zien, is de accu niet goed aangebracht.
LET OP:
• Breng de accu altijd helemaal aan totdat het rode deel
niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu
per ongeluk uit het gereedschap vallen en letsel
veroorzaken bij u of anderen in uw omgeving.
• Breng de accu niet met kracht aan. Als de accu niet
gemakkelijk erin kan worden geschoven, wordt deze
niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is uitgerust met een
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt
automatisch de voeding naar de motor uit om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevinden:
• Overbelasting:
Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit
de accu wordt getrokken.
Laat in die situatie de aan-uitschakelaar van het
gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde
dat het gereedschap overbelast raakte. Knijp daarna
opnieuw de aan-uitschakelaar in om het
gereedschap weer in te schakelen.
Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is de
accu oververhit. In die situatie laat u de accu eerst
afkoelen voordat u opnieuw de aan-uitschakelaar
inknijpt.
• Lage accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap wordt niet ingeschakeld. Als u de
aan-uitschakelaar inknijpt, draait de motor weer,
maar stopt spoedig. Verwijder in die situatie de accu
en laad hem op.
Werking van de aan-uitschakelaar
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
steekt, of de aan-uitschakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten.
Voor uw veiligheid is dit gereedschap uitgerust met een
tweevoudig in-/uitschakelsysteem. Om het gereedschap
in te schakelen, drukt u de uit-vergrendelknop en de aan-
uitschakelaars A en B in. Laat één van de twee ingedrukte
aan-uitschakelaars los om het gereedschap uit te
schakelen. De volgorde waarin de aan-uitschakelaars
worden ingedrukt is niet van belang omdat het
gereedschap pas start nadat de tweede schakelaar is
ingedrukt (zie afb. 2).
Bedrijfslampje (zie afb. 3)
Tijdens gebruik van het gereedschap geeft het
bedrijfslampje de toestand van de acculading aan.
In het geval het gereedschap overbelast is en tijdens
gebruik is gestopt, brandt het bedrijfslampje rood.
Raadpleeg onderstaande tabel voor de toestand van de
accu en het gereedschap, alsmede de te nemen
maatregelen voor iedere status van het bedrijfslampje.
31