NL
MWE9104
Ga voor het aansluiten van 2 sensoren te werk zoals afgebeeld (A,
Ga voor het aansluiten van 3 sensoren te werk zoals afgebeeld (B,
MWE9104F
Ga voor het aansluiten van 2 sensoren te werk zoals afgebeeld (A,
Ga voor het aansluiten van 3 sensoren te werk zoals afgebeeld (B,
13 Systeem instellen
LET OP! Gevaar voor schade
Onjuiste instellingen kunnen de veilige werking beperken.
Instructie Als er langer dan 10 s niet op een knop wordt gedrukt, wordt het instellingenmenu automa-
tisch gesloten zonder de wijzigingen op te slaan.
De waarden instellen
Om het instellingenmenu te openen en de waarden in te stellen, gaat u te werk zoals afgebeeld
gina 3 .
De besturingsmodule configureren
MWE9104: Voor een overzicht van de functies die kunnen worden ingesteld, zie
De fabrieksinstellingen staan in de kolom FACTORY.
MWE9104F: Voor een overzicht van de functies die kunnen worden ingesteld, zie
De fabrieksinstellingen staan in de kolom FACTORY.
De impulsen van het snelheidssignaal afstemmen
De rijsnelheidslimiet waarbij de sensoren worden in- of uitgeschakeld bedraagt 20 km/h en wordt geregeld via een
snelheidssignaal. Het aantal impulsen van het snelheidssignaal kan specifiek voor het voertuig worden ingesteld.
Stel functie 8 in op de vereiste waarde voor het aantal impulsen van het snelheidssignaal (impulsen/s).
MWE9104F: Stel functie 9 in op de vereiste waarde voor fijnafstelling van het aantal impulsen van het snel-
heidssignaal (impulsen/s).
Deze waarde wordt opgeteld bij de waarde die is ingesteld in functie 8.
Het motorruisfilter activeren
Stel functie 18 in op de waarde 1 om het motorruisfilter te activeren.
Gevoeligheid van de sensoren instellen
MWE9104: Stel functie 43 in op de vereiste waarde (–9 = laag ... +9 = hoog).
MWE9104F: Stel functie 23 in op de vereiste waarde (–9 = laag ... +9 = hoog).
106
afb.
op pagina 2 ).
afb.
op pagina 2 ).
afb.
op pagina 2 ).
afb.
op pagina 2 ).
afb.
afb.
afb.
op pa-
op pagina 4 .
op pagina 4 .