■ De draaiarm op de gewenste positie
zetten en laten vastklikken.
Positie
Aandrijving Hulpstuk/
1
7
2
7
3
6
9
4
7
* Aanbrengen / verwijderen van de klop
garde, roergarde en kneedhaak; toevoegen
van grote verwerkingshoeveelheden.
Bedienen
W Gevaar voor letsel!
De stekker pas in het stopcontact steken
wanneer alle voorbereidingen voor het
werken met het apparaat zijn uitgevoerd.
Attentie!
Het apparaat alleen met het toebehoren/
hulpstuk in de bedrijfsstand gebruiken.
Het apparaat niet zonder ingrediënten
gebruiken. Apparaat en toebehoren niet
blootstellen aan warmtebronnen. De
onderdelen zijn niet geschikt voor gebruik
in een magnetron.
Werksnel-
toebeho-
heid
ren
15
17
13
*
–
37
35
57
57
■ Het apparaat en het toebehoren grondig
reinigen voordat u ze in gebruik neemt,
zie „Reiniging en onderhoud".
Belangrijke aanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing vindt u een
sticker met de richtwaarden voor de
werksnelheid van het apparaat bij gebruik
van de hulpstukken resp. het toebehoren.
Wij raden u aan deze sticker op het
apparaat te plakken (afb. C).
Voorbereiden
■ Het basisapparaat op een vlakke en
schone ondergrond zetten.
■ Het snoer in één keer tot de gewenste
lengte uittrekken (max. 100 cm)
en langzaam loslaten; het snoer is
gearrêteerd (afb. D).
■ Werklengte van het snoer korter maken:
lichtjes aan het snoer trekken en laten
opwikkelen tot de gewenste lengte. Dan
opnieuw kort aan het snoer trekken
en langzaam loslaten; het snoer is
gearrêteerd.
Attentie!
Wanneer het snoer klem zit: het snoer
geheel afwikkelen en dan laten opwikkelen.
■ Stekker in wandcontactdoos doen.
Kom en hulpstukken
W Verwondingsgevaar door roterende
hulpstukken!
Grijp tijdens het gebruik nooit in de
mengkom. Altijd werken met aangebracht
deksel (12)!
Hulpstuk alleen vervangen bij stilstaande
aandrijving – na het uitschakelen loopt de
aandrijving nog even na en blijft dan staan
op de hulpstukwisselpositie.
De draaiarm pas bewegen wanneer het
hulpstuk stilstaat.
Nietgebruikte aandrijvingen altijd afdekken
met aandrijvingsbeschermdeksels.
Attentie!
Kom alleen gebruiken voor werkzaamheden
met dit apparaat.
Bedienen
nl
61