ties. Zorg voor een afstand van minimaal 3,3 meter van dit soort
apparaten, wanneer u dit apparaat in gebruik neemt.
Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een
volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden
ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling,
indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen.
Het gebruik van dit apparaat is niet bedoeld als vervanging
van uw huidige behandeling door uw arts.
2. Voorbereiding en Gebruik
Voor het eerste gebruik van het apparaat, raden wij aan het eerst
schoon te maken zoals beschreven in het instructie gedeelte
«Reinigen en desinfecteren».
1. Monteer de vernevelaarset AK. Zorg ervoor dat alle onderdelen
compleet zijn.
2. Vul de vernevelaar met de inhalatie oplossing zoals voorge-
schreven door uw arts. Vul het apparaat nooit verder dan het
maximum.
3. Sluit de luchtslang 6 aan op de compressor 1 en plaats de
netstroomkabel 2 in het stopcontact (230V 50 Hz AC).
4. Om de behandeling te starten, zet u de AAN/UIT knop 3 in de
«I» stand.
Het mondstuk geeft een betere verdeling van de medicatie
in de longen.
Kies uit één van de gezichtsmaskers voor volwassenen 8
of voor kinderen 9 en zorg ervoor dat het masker de mond
en neus geheel omsluit.
Gebruik alle accessoires, inclusief neusstuk AL, zoals voor-
geschreven door uw arts.
5. Ga tijdens het ademen rechtop en ontspannen aan een tafel
zitten en niet in een fauteuil, om te voorkomen dat uw lucht-
wegen worden bekneld en de effectiviteit van de behandeling
wordt beperkt. Let op! Ga nooit liggen tijdens de behande-
ling. Stop direct met de behandeling wanneer u zich onwel
begint te voelen.
6. Na de duur van de behandeling zoals besproken met uw arts,
zet u de AAN/UIT knop 3 terug in stand «O», het apparaat is
nu uitgeschakeld en de netstroomkabel kan worden verwijderd
uit het stopcontact.
7. Verwijder overgebleven resten medicatie en reinig het apparaat
zoals omschreven in het instructie gedeelte «Reinigen en
desinfecteren».
36
Dit apparaat is ontworpen voor continu gebruik van 30
minuten, na deze 30 minuten dient U het apparaat voor
30 minuten uit te schakelen voordat U de volgende behan-
deling start.
Het apparaat vereist geen callibratie.
Aanpassingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
3. Reinigen en desinfecteren
Reinig het apparaat grondig en verwijder eventuele medicatie-
resten die achter zijn gebleven na de behandeling.
Gebruik een zachte droge doek met niet-schurende reinigingsmid-
delen om de compressor schoon te maken.
Zorg ervoor dat de interne onderdelen van het apparaat niet
in contact komen met vloeistoffen en dat de stekker uit het
stopcontact is gehaald.
Reinigen en ontsmetten van de accessoires
Volg zorgvuldig de instructies voor reiniging en desinfectie van de
accessoires, aangezien deze erg belangrijk zijn voor de werking
van het apparaat en het succes van de therapie.
Voor en na elke behandeling
Demonteer de vernevelaar 5 door de bovenkant tegen de klok in
te draaien en verwijder de medicijngeleidingskegel. Reinig de
onderdelen van de gedemonteerde vernevelaar: het mondstuk 7
en het neusstuk AL met kraanwater en dompel gedurende 5
minuten. minuten onder in kokend water. Zet de componenten
weer in elkaar en sluit deze aan op de luchtslangconnector,
schakel het apparaat in en laat het gedurende 10-15 minuten
werken.
Reinig de maskers en luchtslang met warm water.
Gebruik alleen koude desinfecterende vloeistoffen op
instructies van de fabrikant.
De luchtslang en masker nooit in kokend water houden.
4. Onderhoud, reinigen en vervangen
Alle losse onderdelen kunnen worden nabesteld bij uw lokale
distributeur of neem contact op met de Microlife-Service afdeling
(zie inleiding).