▶
Spoel de CV-installatie voor het aansluiten van het pro-
duct zorgvuldig door om mogelijke resten te verwijderen,
die zich in het product kunnen vastzetten en tot bescha-
digingen kunnen leiden.
▶
Controleer of bij het openen van de afsluitingen van de
koudemiddelleidingen een gesis te horen is (veroorzaakt
door overdruk aan stikstof in de fabriek). Als er geen
overdruk vastgesteld kan worden, controleer dan alle
schroefverbindingen en leidingen op lekkages.
▶
Installeer bij CV-installaties met magneetkleppen of ther-
mostatisch geregelde kleppen een bypass met over-
stroomklep om een volumestroom van minstens 40 %
te garanderen.
5.2
Toegestane totale koudemiddelhoeveelheid
De buitenunit is af fabriek afhankelijk van het vermogen met
een bepaalde hoeveelheid koudemiddel gevuld.
Afhankelijk van de lengte van de koudemiddelleidingen
wordt nog een extra koudemiddelhoeveelheid bij de
installatie nagevuld.
De toegestane totale hoeveelheid koudemiddel is begrensd
en afhankelijk van het opsteloppervlak en de montagehoogte
van de binnenunit. (→ Pagina 207)
5.3
Koudemiddelleidingen plaatsen
1.
Voer de werkzaamheden alleen uit, wanneer u vak-
kundig bent en bekend bent met de bijzondere eigen-
schappen en gevaren van het koudemiddel R32.
Gevaar!
Levensgevaar door brand of explosie bij
lekkage in het koudemiddelcircuit!
Het product bevat het brandbare koudemid-
del R32. Bij lekkage kan koudemiddel dat
naar buiten komt door vermenging met lucht
een brandbare atmosfeer vormen. Er bestaat
brand- en explosiegevaar. Bij brand kunnen
giftige of bijtende stoffen zoals carbonylfluo-
ride, koolmonoxide of fluorwaterstof ontstaan.
▶
Als u aan het geopende product werkt,
moet u voor aanvang van de werkzaam-
heden met een ontstekingsbronvrije gas-
lekdetector ervoor zorgen, dat er geen
lekkage aanwezig is.
▶
Wanneer u een lekkage constateert, sluit
dan de behuizing van het product, infor-
meer de gebruiker en neem contact op
met het serviceteam.
▶
Houd ontstekingsbronnen op afstand van
het product. Ontstekingsbronnen zijn bij-
voorbeeld open vuur, hete oppervlakken
met meer dan 550 °C, niet-ontstekings-
bronvrije elektrische apparaten of gereed-
schappen of statische ontladingen.
▶
Zorg voor voldoende ventilatie rondom het
product.
▶
Zorg er met een afzetting voor, dat onbe-
voegden op afstand van het product blij-
ven.
212
2.
Neem de aanwijzingen voor de omgang met de koude-
middelleidingen in de installatiehandleiding van de bui-
tenunit in acht.
3.
Plaats koudemiddelleidingen, die aan de norm EN
12735-1 voldoen, van de wanddoorvoer naar het pro-
duct.
4.
Buig de buizen slechts één keer in hun definitieve posi-
tie. Gebruik een buigveer om knikken te vermijden.
5.
Bevestig de buizen met geïsoleerde wandklemmen
(koudeklemmen) op de muur.
6.
Leid de koudemiddelleidingen 5 - 7 cm recht boven de
aansluiting naar boven weg om bij service de flens te
kunnen vervangen.
7.
Controleer of bij het openen van de afsluitingen van de
koudemiddelleidingen een gesis te horen is (veroor-
zaakt door overdruk aan stikstof in de fabriek). Als er
geen overdruk vastgesteld kan worden, controleer dan
alle schroefverbindingen en leidingen op lekkages.
5.4
Koudemiddelleidingen aansluiten
Gevaar!
Kans op letsel en milieuschade door lek-
kend koudemiddel!
Lekkend koudemiddel kan bij contact letsels
veroorzaken. Lekkend koudemiddel leidt tot
milieuschade als het in de atmosfeer terecht-
komt.
▶
Voer de werkzaamheden aan het koude-
middelcircuit alleen uit als u hiervoor bent
opgeleid.
Opgelet!
Kans op materiële schade bij het afzuigen
van het koudemiddel!
Bij het afzuigen van koudemiddel kan er ma-
teriële schade door bevriezen ontstaan.
▶
Zorg ervoor dat de condensor van de bin-
nenunit bij het afzuigen van koudemiddel
aan secundaire zijde met CV-water door-
stroomd wordt of volledig geleegd is.
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020318684_01