1 Moer
2 Werktuig
Moer met het bijgevoegde werktuig in de
richting van de wijzers van de klok los-
schroeven.
Borgring wegnemen.
Pad in het midden op de schotelvormige
schijf plaatsen en aanduwen.
Borgring aanbrengen.
Moer tegen de richting van de wijzers
van de klok aanschroeven en met het bij-
gevoegde werktuig aanspannen.
Werktuig wegnemen.
Apparaat naar voren kantelen.
Werking
Gevaar
Verwondingsgevaar door de roterende pad.
Handen en voeten niet in de buurt van de ro-
terende pad brengen.
Greep instellen
Hendel hellingsverstelling aantrekken.
Greep in een aangename positie zwen-
ken.
Hendel hellingsverstelling loslaten.
Transport
Greep in de verticale positie vastzetten.
Apparaat naar achteren kantelen en
naar de gebruiksplaats rijden.
Apparaat inschakelen
Waarschuwing
Beschadigingsgevaar voor bodemdeklaag.
Apparaat niet op die plaats gebruiken.
Apparaat niet gebruiken indien geen pad ge-
monteerd is.
Kabelhaak naar boven zwenken en ka-
bel volledig van het apparaat wegne-
men.
Netstekker in een stopcontact steken.
Het controlelampje "Netspanning"
brandt.
Greep instellen op werkhoogte.
Waarschuwing
Het apparaat kan niet ingeschakeld worden
wanneer de greep zich in de verticale stand
bevindt.
Greep met beide handen vasthouden.
Ontgrendeling links en rechts induwen
en vasthouden.
Schakelaar aan dezelfde kant induwen -
het apparaat start.
Ontgrendeling loslaten.
Apparaat vooruit en achteruit over de te
behandelen oppervlakte schuiven.
Om de werking te onderbreken, de scha-
kelaar loslaten.
Buitenwerkingstelling
Schakelaar loslaten.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Hendel hellingsverstelling aantrekken en
greep in de verticale positie brengen.
Kabelhaak naar beneden zwenken en
kabel tussen greep en kabelhaak opwik-
kelen.
Apparaat naar achteren kantelen en op
de greep leggen.
Pad wegnemen.
Apparaat naar voren kantelen.
Behuizing met een vochtige doek reini-
gen.
Apparaat in een droge ruimte bewaren.
39
Nederlands