c. Tijd registreren tot 90 % van de testgasconcentratie is bereikt.
2. De gemeten reactietijd met die van eerdere bumptests en met de t90-
waarden uit de begeleidende aanvullende documentatie (artikelnr. 9033890)
vergelijken.
De berekende t90-insteltijd kan afwijken van de gecertificeerde insteltijd,
aangezien deze vereenvoudigde procedure niet aan de normen voldoet.
Het onderhoudsstation X-dock kan de reactietijd optioneel automatisch
testen.
5.6 Gasmeetinstrument kalibreren
5.6.1 Informatie over de kalibratie
WAARSCHUWING
Foutieve meetwaarden
Door een foutieve kalibratie worden alarmen evt. niet of vertraagd geactiveerd.
► Altijd de verse lucht-/nulpuntkalibratie vóór de gevoeligheidskalibratie
uitvoeren.
Als het meet- of kalibratiegas wordt gewijzigd, moet het betreffende kanaal
worden gekalibreerd.
X-am 5800: Een eventueel geactiveerde H
tijdens een handmatige kalibratie, een PC-kalibratie of een automatische
bumptest voor de betreffende duur tijdelijk gedeactiveerd.
5.6.2 Verse lucht kalibratie uitvoeren
De volgende aanwijzingen voor de verse lucht-kalibratie in acht nemen:
● Ter verbetering van de nauwkeurigheid kan in geval van een
nulpuntafwijking een verse lucht kalibratie worden uitgevoerd.
● Bij de verse lucht kalibratie wordt bij de DrägerSensor XXS O
PR de weergave op 20,9 Vol% ingesteld.
De verse lucht kalibratie wordt door het CO
en de XXS O
niet ondersteund. Een nulpuntafstelling van deze sensoren kan
3
worden uitgevoerd via een singlegas-kalibratie met N
software Dräger CC-Vision. Hierbij moet een geschikt nulgas worden gebruikt,
dat vrij is van kooldioxide en ozon (bijvoorbeeld N
Voorwaarden
®
X-am
2800 / X-am
®
5800
-verrekening wordt automatisch
2
-kanaal van de infraroodsensor
2
of met behulp van de PC-
2
).
2
|
Onderhoud
nl
en XXS O
2
2
241