Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Conrad VC-609 Bedienungsanleitung Seite 33

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Umschließen des Leiters oder der Stromschiene niemals über
den Handschutz hinaus -- LEBENSGEFAHR !
Außerdem kann unter ungünstigen Umständen ein Lichtbogen
zustandekommen. Beachten Sie zu Ihrer Sicherheit unbedingt
die Sicherheitsbestimmungen.
Der/die Leiter muß/müssen sich lose im Stromsensorbereich ("Zan-
genöffnung") bewegen lassen. Achten Sie während der Ablesung
darauf, daß sich der Leiter möglichst im Zentrum (in der Öffnungs-
mitte), befindet.
Achtung!
Messen Sie keine Ströme in Stromkreisen, in welchen Span-
nungen größer 600 VACrms auftreten können, damit das Meß-
gerät nicht beschädigt wird und dadurch für Sie Lebensgefahr
bestehen kann. Messen Sie auf keinen Fall Ströme über 700
Arms bzw. 1000 Apeak (rms für effektiv und peak für Spitzen-
wert).
D Leistungsmessung
Man unterscheidet in der Elektrotechnik drei Arten von Leistung: die
Wirkleistung (in Watt "W"), die Scheinleistung (in Voltampere "VA")
und die Blindleistung (in voltampere reaktiv "var"). Alle drei Lei-
stungsarten sind mit der Stromzange VC-609 meßbar. Das Verhält-
nis zwischen den Leistungen nennt man den Leistungsfaktor, den
Phasenwinkel "cosinus phi". Beträgt z.B. der Cos phi "1", so ist die
Scheinleistung gleich der Wirkleistung. Dieser Zustand tritt aber nur
bei rein Ohm'schen Verbrauchern (Heizdraht, nicht -wendel oder
Glühlampen) auf. Sobald Spulen (Induktivität) oder bipolare Kon-
densatoren (Kapazität) in einem Gerät verbaut sind, ist es mit der
ohm'schen Reinheit vorbei. Dann beträgt der Cosinus Phi weniger
als "1", d.h. die Wirkleistung ("W") ist kleiner als die Scheinleistung
("VA") und es befinden sich eventuell Blindanteile ("var") in der Lei-
stungsaufnahme, die widerum nicht erwünscht sind.
18
De stroomtang kan zowel bij hobbytoepassingen alsook op school
of in de firma, enz. universeel worden ingezet.
Hantering en ingebruikneming
A Inbouwen/vervangen van de batterij
Opdat uw stroomtang onberispelijk functioneert, moet deze gevoed
worden met een 9-V-blokbatterij (type 6F22 of derg.). Zodra het bat-
terijwisselsymbool bovenaan in de kopregel van het scherm ver-
schijnt, moet de batterij vervangen worden. Hiertoe gaat u als volgt
te werk:
- Koppel de stroomtang los van de meetkring en verwijder alle
meetdraden
- Schakel de stroomtang uit (via toets "ON OFF")
- Schroef met een passende schroevendraaier de bevestigings-
schroeven aan de onderste helft van de behuizing los
- Haal de afdekking voorzichtig weg
- Maak de lege batterij los van de aansluitclip
- Vervang de batterij door een nieuwe van hetzelfde type
- Let hierbij op de juiste polariteit (+ en -).
- Na het vervangen van de batterij moet u het batterijvak weer
zorgvuldig sluiten.
- Let er bij het sluiten op, dat de draden van de aansluitclip (rood en
zwart) niet afgeklemd worden.
Opgepast!
Gebruik de meettang in geen geval indien deze geopend werd!
Levensgevaar!
Laat geen lege batterijen in de meettang, omdat zelfs lekvrije
batterijen kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kun-
nen komen die schadelijk zijn voor de gezondheid resp. schade
veroorzaken aan het batterijvak.
87

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Inhaltsverzeichnis