Bewerk geen kromgetrokken werkstukken. Het werkstuk
moet altijd een rechte rand hebben om tegen de aanslagrail
te leggen.
Ondersteun lange en zware werkstukken door er iets onder
te leggen.
Zorg ervoor dat de pendelbeschermkap correct werkt en vrij
kan bewegen. Als de gereedschaparm omlaag wordt bewo-
gen, moet de pendelbeschermkap opengaan. Als de gereed-
schaparm omhoog wordt bewogen, moet de pendelbe-
schermkap boven het zaagblad weer sluiten en in de boven-
ste positie van de gereedschaparm vergrendelen.
Positie van de gebruiker (zie afbeelding M)
Ga niet op één lijn met het zaagblad vóór het elektri-
u
sche gereedschap staan, maar altijd opzij van het
zaagblad. Zo is uw lichaam beschermd tegen een moge-
lijke terugslag.
– Houd uw handen, vingers en armen uit de buurt van het
ronddraaiende zaagblad.
– Kruis uw handen niet vóór de gereedschaparm.
Zagen met afkortbeweging
– Voor zagen met behulp van de afkortvoorziening (2) (bre-
de werkstukken) draait u de vastzetschroef (1) los, als
deze is vastgedraaid.
– Indien nodig stelt u de gewenste horizontale en/of verti-
cale verstekhoek in.
– Duw het werkstuk stevig tegen de aanslagrails (18) en
(19).
– Zet het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Trek de gereedschaparm zover van de aanslagrail (18)
weg tot het zaagblad zich vóór het werkstuk bevindt.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Beweeg de gereedschaparm met de handgreep (5) lang-
zaam omlaag.
– Duw nu de gereedschaparm in de richting van de aansla-
grails (18) en (19) en zaag het werkstuk met een gelijk-
matige voorwaartse beweging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Zagen zonder afkortbeweging (kappen) (zie
afbeelding N)
– Voor zagen zonder afkortbeweging (kleine werkstukken)
draait u de vastzetschroef (1) los, als deze is vastge-
draaid. Schuif de gereedschaparm tot aan de aanslag in
de richting van de aanslagrail (18) en draai de vastzet-
schroef (1) weer vast.
– Indien nodig stelt u de gewenste horizontale en/of verti-
cale verstekhoek in.
– Duw het werkstuk stevig tegen de aanslagrails (18) en
(19).
– Zet het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Beweeg de gereedschaparm met de handgreep (5) lang-
zaam omlaag.
Bosch Power Tools
– Zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse be-
weging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de gereedschaparm langzaam omhoog.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
Zaaglijn markeren (zie afbeelding O)
Een laserstraal geeft de zaaglijn van het zaagblad aan. Daar-
door kunt u het werkstuk voor het zagen nauwkeurig in de
juiste positie plaatsen zonder de pendelbeschermkap te
openen.
– Schakel hiervoor de laserstraal met de schakelaar (36)
in.
– Lijn uw markering op het werkstuk op het midden van de
laserlijn uit.
Aanwijzing: Controleer vóór het zagen of de zaaglijn nog
correct wordt aangegeven. De laserstraal kan bijvoorbeeld
door de trillingen bij intensief gebruik versteld worden.
Toegestane werkstukafmetingen
Maximale werkstukken:
Horizon-
Verticale
Hoogte x breedte [mm]
tale ver-
verstek-
stekhoek
hoek
Bij max. hoogte Bij max. breed-
0°
0°
90 x 90
0°
45°
60 x 93
45° (links/
0°
90 x 63
rechts)
45° (links)
45°
55 x 70
45°
45°
55 x 70
(rechts)
Minimale werkstukken (= alle werkstukken die met de
meegeleverde lijmklem (20) links of rechts van het zaagblad
kunnen worden vastgezet): 130 x 50 mm (lengte x breedte)
Maximale zaagdiepte (0°/0°): 90 mm
Werkstukken van gelijke lengte zagen (zie afbeelding P)
Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke leng-
te kunt u de lengte-aanslag (26) gebruiken.
– Draai de klemschroef (57) los en verschuif de lengte-aan-
slag (26) in de geleiderail (58) naar de gewenste werk-
stuklengte.
– Draai de klemschroef (57) weer vast.
Langere werkstukken:
– Draai de vleugelschroef (59) los en trek de geleiderail
(58) tot aan de aanslag naar buiten.
– Draai de vleugelschroef (59) weer vast.
– Stel de lengte-aanslag (26) op de gewenste werkstuk-
lengte in.
Zagen zonder lengte-aanslag:
– Draai de klemschroef (57) los en schuif de lengte-aanslag
(26) in de geleiderail (58) helemaal naar buiten.
Nederlands | 105
te
65 x 130
45 x 130
65 x 91
35 x 91
45 x 91
1 609 92A 88N | (29.03.2023)