pour des activités de travail prolongées lors des-
quelles l'utilisateur est suspendu, permettant à l'util-
isateur de s'asseoir sur le siège de suspension formé
entre les deux éléments de fixation. Exemple : les
laveurs de vitres de grands immeubles.
CONTRÔLE PAR L'UTILISATEUR, ENTRETIEN ET
STOCKAGE DE L'ÉQUIPEMENT
Les utilisateurs de systèmes antichute personnels
doivent respecter au minimum toutes les consignes
des fabricants concernant le contrôle, l'entretien et
le stockage de l'équipement. L'entreprise de l'utilisa-
teur doit conserver les consignes du fabricant et y
donner facilement accès à tous les utilisateurs. Voir
ANSI/ASSP Z359.2, exigences minimales requises
pour un programme de protection antichute géré, en
ce qui concerne le contrôle par l'utilisateur, l'entre-
tien et le stockage de l'équipement.
1. En plus des exigences de contrôle mentionnées
dans les instructions du fabricant, l'équipement doit
être contrôlé par l'utilisateur avant chaque utilisa-
tion, ainsi que par une personne compétente autre
que l'utilisateur en respectant des intervalles d'en-
tretien d'une durée maximale d'un an:
- absence ou illisibilité des marquages
- absence d'éléments affectant la forme, le réglage
ou le fonctionnement de l'équipement
- présence de défauts ou de dommages sur les élé-
ments métalliques, y compris fissures, bords tran-
chants, déformation, corrosion, attaque chimique,
chaleur excessive, altération et usure excessive
- présence de défauts ou de dommages sur les san-
gles ou les cordes, y compris l'effilochage, l'éclate-
ment, l'entortillement, les plis, les nœuds, le fice-
lage, les coutures fissurées ou arrachées, l'allonge-
ment excessif, une attaque chimique, une salissure
excessive, l'abrasion, l'altération, une lubrification
requise ou excessive, un vieillissement excessif et
une usure excessive.
2. Des critères de contrôle doivent être définis par
l'entreprise de l'utilisateur pour l'équipement. Ces
critères définis pour l'équipement doivent être simi-
laires ou plus stricts que les critères définis par cette
norme ou dans les instructions du fabricant, mais
dans tous les cas ceux les plus stricts des deux.
3. Si le contrôle met en évidence des défauts, des
dommages ou un entretien inapproprié de l'équipe-
ment, l'équipement devra être retiré de la circulation
ou être soumis à un entretien correctif approprié par
le fabricant d'origine de l'équipement ou une per-
sonne désignée par celui-ci, avant d'être remis en
service.
Entretien et stockage
1. L'entretien et le stockage de l'équipement doivent
être effectués par l'entreprise de l'utilisateur con-
formément aux consignes du fabricant. Des prob-
lèmes spécifiques pouvant survenir à la suite de
certaines conditions d'utilisation doivent être com-
muniqués au fabricant.
2. Les équipements qui ont besoin d'être entretenus
ou pour lesquels des travaux d'entretien sont pro-
grammés doivent être étiquetés comme « inutilis-
ables » et retirés de la circulation.
3. L'équipement doit être rangé de façon à éviter tout
endommagement dû à des facteurs environnemen-
taux tels que la température, la lumière, les UV, une
humidité excessive, l'huile, les produits chimiques et
leurs vapeurs ainsi que d'autres éléments favorisant
sa dégradation.
NL
Flex Lite
Harnasgordel volgens EN 361,
ANSI/ASSP Z359.11
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK, DE VEILIG-
HEID, LEVENSDUUR, OPSLAG EN VERZORGING
Dit product is onderdeel van een persoonlijke be-
schermingsmiddelen (PBM) ter beveiliging tegen
vallen uit een hoogte en moet aan een persoon
worden toegewezen.
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke instruc-
ties, een controlekaart en een verificatiebewijs (on-
derzoeksrapport).
Voor het gebruik van dit product moeten alle docu-
menten inhoudelijk zijn begrepen.
Deze informatie moet aan de gebruiker in de taal van
het be-stemmingsland door de wederverkoper ter
beschikking worden gesteld en dient tijdens de
gehele gebruiksduur bij de uitrusting te worden be-
waard.
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
De volgende gebruiksaanwijzingen dienen zorgvul-
dig te worden gelezen en beslist in acht genomen te
worden. Het gebruik van dit speciaal voor het werken
op hoogtes en in dieptes vervaardigde product ver-
lost u niet van het persoonlijk te dragen risico.
Werken en sport op hoogtes en in dieptes zijn poten-
tieel gevaar-lijk. Fouten en onachtzaamheden
kunnen zware verwondingen en zelfs de dood tot
gevolg hebben. De juiste keuze van de uitrusting
vereist ervaring, het gebruik is alleen opgeleide en
ervaren personen of onder begeleiding en toezicht
toegestaan. De gebruiker dient zich ervan bewust te
zijn dat een niet geschikte lichamelijke en/of gees-
telijke conditie in normale en noodgevallen afbreuk
aan de veiligheid kan doen. De fabrikant stelt zich
niet aansprakelijk in het geval van misbruik en/of
verkeerd gebruik. De verantwoordelijkheid en het
risico worden in alle gevallen door de gebruikers c.q.
de verantwoordelijken gedragen. Voor het gebruik
van dit product in de bereiken redden en PBM (per-
soonlijke beschermingsmiddelen) raden wij aan de
overeenkomstige nationale regels in acht te nemen.
Vóór het gebruik van de uitrusting moet de gebruiker
garanderen dat in het geval van een val in het
PBM-systeem een onmiddellijk, zeker en effectief
redden van de opgevangen persoon kan plaats
hebben.
Bewegingsloos hangen in de gordel kan ernstig letsel
veroorzaken met mogelijk dodelijke afloop (hang-
trauma).
PBM-producten zijn uitsluitend voor het zekeren van
personen toegelaten.
Productspecifieke informatie
Afb 1a/b Nomenclatuur van relevante elementen:
A Sternaal opvangoog
B Dorsaal opvangoog
C Verstelbare schouderbanden/Easy Glider gesp
D Afscheurbare/vrij positioneerbare materiaallus-
sen tot max. 5 kg
E Tripel Lock gesp
F Afneembare beenbeschermers
G Valindicator
H Elastische opbergruimten
I Individueel tekstveld
J Tas voor RFID (chip)
K Identificatie