De veiligheidsvoorzieningen op het
product onderhouden en controleren
De remband controleren
1. Verwijder met een borstel houtstof, hars en vuil
van de kettingrem en de koppelingstrommel. Vuil
en slijtage hebben een negatieve invloed op het
remvermogen.
2. Controleer de remband. De remvoering moet op het
dunste punt minstens 0,6 mm (0,024 inch) dik zijn.
De terugslagbeveiliging en de
kettingremactivering controleren
1. Controleer of de terugslagbeveiliging
beschadigingen vertoont zoals materiaalbarsten.
2. Controleer of de terugslagbeveiliging vrij beweegt en
of deze veilig op het koppelingsdeksel is bevestigd.
3. Houd het product met 2 handen boven een
boomstronk of een ander stabiel oppervlak.
WAARSCHUWING:
dient uitgeschakeld te zijn.
4. Laat de voorhandgreep los en laat de punt van het
zaagblad tegen de stomp vallen.
5. Controleer of de kettingrem wordt ingeschakeld
wanneer de punt van het zaagblad de boomstronk
raakt.
100
De kettingrem controleren
1. Start het product. Zie
voor instructies.
2. Houd het product stevig vast.
3. Geef volgas en draai uw linkerpols tegen de
terugslagbeveiliging om de kettingrem te activeren.
De zaagketting moet onmiddellijk stoppen.
De gashendel en de vergrendeling van de
gashendel controleren
1. Controleer of de gashendel en de
gashendelvergrendeling vrij bewegen en of de
retourveer correct werkt.
2. Duw de gashendelvergrendeling omlaag en
De motor
controleer of deze terugkeert naar de oorspronkelijke
stand wanneer u hem loslaat.
3. Controleer of de gashendel vergrendeld
is in de stationaire stand wanneer de
gashendelvergrendeling wordt losgelaten.
Product starten op pagina 90
WAARSCHUWING:
dat de zaagketting niet in aanraking
komt met de grond of andere objecten.
WAARSCHUWING:
voorste handvat niet los.
1270 - 007 - 06.12.2022
Zorg ervoor
Laat het