ENERGIEZUINIGHEID
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich
op het voorframe van de apparaatruimte. Verwijder het typeplaatje niet uit de apparaatruimte.
Wij raden je aan om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.)
Productnummer (PNC)
Serienummer (S.N.)
13. ENERGIEZUINIGHEID
13.1 Energiebesparing
Zorg ervoor dat de deur van het apparaat gesloten is als het apparaat in werking is. Open de
deur van het apparaat niet te vaak tijdens het koken. Houd het deurrubber schoon en zorg
ervoor dat het goed op zijn plaats vastzit.
Gebruik metalen kookgerei om meer energie te besparen (alleen als u geen magnetronfunctie
gebruikt).
Verwarm het apparaat niet voor alvorens te koken als dat niet hoeft.
Houd onderbrekingen tussen het bakken zo kort mogelijk als je een aantal gerechten
tegelijkertijd bereidt.
Koken met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen.
Restwarmte
De ventilator en lamp blijven werken. Wanneer je de oven uitschakelt, geeft het display de
restwarmte aan. U kunt die warmte gebruiken om het eten warm te houden.
Wanneer de kookduur langer is dan 30 minuten, verlaag dan de oventemperatuur tot minimaal
3-10 minuten voor het einde van het koken. De restwarmte binnen in het apparaat zal blijven
koken.
Je kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte te gebruiken en een maaltijd
warm te houden. Het indicatielampje van de restwarmte of temperatuur verschijnt op het
display.
Koken met de verlichting uitgeschakeld
Schakel de verlichting tijdens het koken uit. Doe het aan als je het nodig hebt.
14. MENUSTRUCTUUR
14.1 Menu
Stap 1
32/132
Stap 2
Stap 3
.........................................
.........................................
.........................................
Stap 4
Stap 5