Lamineerconnector
De lamineerconnector moet rechtstreeks in de achterwand van de koker
worden gelamineerd.
Waarschuwing: alvorens te starten, moet u ervoor zorgen dat u de
lamineerconnector in de juiste richting plaatst. De schouders van de
inzetstukken (gemarkeerd met pijl) moeten naar de koker gericht zijn
(af beelding 5).
1. Plaats de lamineerconnector in het middelste derde gedeelte van de
koker om de hoogte-instelling te vergemakkelijken.
2. Zorg ervoor dat het kokeroppervlak vlak is. Een vlak oppervlak onder
de lamineerconnector verdeelt de belasting over de aangesloten voet.
3. Gebruik een frictiepad tussen de lamineerconnector en de voet.
4. Breng Loctite 410 aan en haal de bouten aan met een aanhaalmoment
van 45 Nm voor boutgrootte 9.5mm.
De voetmodule snijden
• Controleer of er speling is in de zwaaifase.
• Knip de voetmodule bij tot het bovenste uiteinde van de
lamineerconnector.
• Gebruik een ijzerzaag of lintzaag om de voetmodule in de korten.
Directe laminatie
Voordat u begint, hebt u een goed passende conventionele prothese
nodig. U kunt een bestaande koker gebruiken, of anders een
conventionele prothese met een proefkoker.
1. Lamineer de koker (af beelding 6).
a. Lamineer de koker met een koolstofvlechtwerk. Voeg extra
koolstoflagen toe in het bovenste achtervlak waar de voet wordt
bevestigd.
b. Ruw het bovenste achtervlak om de hechting aan de koker te
verbeteren wanneer de voetmodule wordt bevestigd (aangegeven
door grijze gebied).
2. Trek een lijn rond de oorspronkelijke loopprothese (af beelding 7).
a. Zorg ervoor dat de prothesevoet stevig op de binnenzool van de
schoenen rust en trek de veters aan.
b. Leg de originele loopprothese over het raster op het A1-uitlijningsblad
(inbegrepen).
c. Markeer de laagste punten van de voorste en achterste randen als
referentiepunten.
d. Trek een lijn rond de gehele prothese met de schoen aan. Verwijder
vervolgens de schoen en trek een lijn rond de voetcover, terwijl de
prothese in lijn met de oorspronkelijke lijn blijft.
3. Vul de patiëntinformatietabel op de uitlijningsblad in (af beelding 8).
a. De koker-adductie kan worden waargenomen door te kijken naar de
oorspronkelijke loopprothese in het frontale vlak.
b. Gebruik de hoekgeleider op het A1-uitlijningsblad om de rotatie van
de voet ten opzichte van de koker te meten.
4. Bevestig de zool en het hielstuk (af beelding 9).
a. Lijm het hielstuk op het bovenoppervlak van de hiel, lijn de hartlijn uit
met de splitsing van de koolstofhiel.
b. Lijm de zool op de onderkant van de voet en lijn de hartlijn opnieuw
uit met de splitsingen in het koolstof.
c. Slijp de zool en hak in een vorm die een goede pasvorm in de schoen
van de patiënt geeft. Gebruik de zoolsjabloon op de achterkant van de
productverpakkingsdoos.
67