5.
Warmte-instellingen
De onderstaande instellingen zijn alleen richtlijnen. De exacte instelling hangt af van verschillende factoren,
waaronder uw kookgerei en de hoeveelheid die u aan het koken bent. Experimenteer met de inductiekookplaat om
de instellingen te vinden die het beste bij u passen.
Warmte-instelling
1–2
3–5
6–11
12–13
14/P
• delicate opwarming voor kleine hoeveelheden voedsel
• smelten van chocolade, boter en voedingsmiddelen die snel verbranden
• zacht sudderen
• langzaam opwarmen
• opnieuw opwarmen
• snel sudderen
• rijst koken
• pannenkoeken
• bakken
• pasta koken
• roerbakken
• aanbraden
• soep aan de kook brengen
• kokend water
Geschiktheid
550