4.
Controleer op beschadigde onderdelen voor-
dat u het gereedschap verder gebruikt. Een
beschermkap of ander onderdeel dat bescha-
digd is, moet nauwkeurig worden onderzocht
om te beoordelen of het goed werkt en zijn
beoogde functie kan uitvoeren. Controleer
of bewegende delen goed uitgelijnd zijn en
niet vastgelopen zijn, of onderdelen niet
kapot zijn en stevig gemonteerd zijn, en enige
andere situatie die van invloed kan zijn op de
werking van het gereedschap. Een bescherm-
kap of ander onderdeel dat beschadigd is,
dient vakkundig te worden gerepareerd of
vervangen door een erkend servicecentrum,
behalve indien anders aangegeven in deze
gebruiksaanwijzing.
5.
Schakel de motor alleen in wanneer de handen
en voeten uit de buurt van het snijgarnituur zijn.
6.
Controleer vóór het starten of het snijgarnituur
geen contact maakt met enig voorwerp.
7.
Houd tijdens het gebruik het gereedschap
stevig vast.
Voorkom onbedoeld starten. Draag het gereed-
8.
schap niet terwijl de accu is aangebracht met uw
vinger op de schakelaar. Verzeker u ervan dat de
schakelaar uit staat voordat u de accu aanbrengt.
9.
Onderzoek het werkgebied op draadafrasterin-
gen, stenen en andere massieve voorwerpen
voordat u met de werkzaamheden begint. Zij
kunnen de bladen beschadigen.
10. Controleer de heggen en struiken op vreemde
voorwerpen, zoals draadafrastering of ver-
borgen draden, voordat u het gereedschap
gebruikt.
Gebruiksmethode
1.
Gebruik het gereedschap alleen bij goed licht
en zicht. Wees in de winter bedacht op gladde of
natte plaatsen, ijs en sneeuw (gevaar voor uitglij-
den). Verzeker u er altijd van dat u stabiel staat
op hellingen, en ren nooit maar loop rustig.
2.
Wees voorzichtig uw handen en voeten niet te
verwonden aan het snijgarnituur.
3.
Sta nooit op een ladder met draaiend
gereedschap.
4.
Klim nooit in een boom om daar met het
gereedschap te werken.
5.
Werk nooit op een instabiele ondergrond.
6.
Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u bin-
nen uw werkbereik vindt. Vreemde voorwerpen
kunnen het snijgarnituur beschadigen en gevaar-
lijke terugslagen veroorzaken.
Als het snijgarnituur stenen of andere harde
7.
voorwerpen raakt, moet u de motor onmid-
dellijk uitschakelen en het snijgarnituur
controleren.
Controleer het snijgarnituur regelmatig op
8.
beschadiging (inspecteren op haarscheurtjes
met de klopgeluidentest).
Voordat u begint te werken, moet het snijgarni-
9.
tuur op maximaal toerental draaien.
10. Het snijgarnituur moet zijn uitgerust met de bij-
behorende beschermkap. Gebruik het gereed-
schap nooit met een beschadigde bescherm-
kap of zonder aangebrachte beschermkap!
11.
Alle beschermingsmiddelen en alle
beschermkappen die bij het gereedschap zijn
geleverd, moeten tijdens het werk worden
gebruikt.
12. Verwijder altijd de accu uit het gereedschap:
—
iedere keer als u het gereedschap onbe-
heerd achterlaat;
voordat u een verstopping opheft;
—
—
voordat u het gereedschap controleert,
reinigt of er werkzaamheden aan gaat
verrichten;
—
na het raken van een vreemd voorwerp;
—
als het gereedschap op ongebruikelijke
manier begint te trillen.
13. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen altijd
vrij zijn van vuil.
14. Het snijgarnituur blijft werken nadat de motor
is uitgeschakeld.
15. Als de messenbladen tijdens gebruik stoppen
met bewegen doordat vreemde voorwerpen
verstrikt geraakt zijn tussen de messenbladen,
schakelt u het gereedschap uit en verwijdert
u de accu, en verwijdert u vervolgens de
vreemde voorwerpen met behulp van gereed-
schappen, zoals een tang. Als u de vreemde
voorwerpen met de hand verwijdert, kan dat leiden
tot letsel omdat de messenbladen kunnen gaan
bewegen als reactie op het verwijderen van de
vreemde voorwerpen.
16. Wees bij het aanbrengen en verwijderen van
de schede voorzichtig dat u uw handen niet
verwondt.
Snijgarnituren
Gebruik uitsluitend het juiste snijgarnituur
voor de geplande werkzaamheden.
Onderhoudsinstructies
1.
De toestand van het gereedschap, met name
die van het snijgarnituur en de veiligheids-
uitrusting, moet worden gecontroleerd voor
aanvang van de werkzaamheden.
2.
Schakel de motor uit en verwijder de accu
voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert, het snijgarnituur vervangt, of het
gereedschap of de snijgarnituur schoonmaakt.
3.
Als het gereedschap niet wordt gebruikt,
bevestigt u de schede op het gereedschap
en bergt u het gereedschap binnen op op een
droge, hoge of afgesloten plaats, buiten het
bereik van kinderen.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig letsel.
39 NEDERLANDS
Laat u NIET misleiden