Inhaltsverzeichnis
Werbung
Abb. 17: Ausklinkstation
Afb. 17 Uithoekstation
Abb. 17: Ausklinkstation
Als de stempels gescherpt moeten worden, mag dit enkel aan zij- en voorvlakken van de stempel gebeuren.
De matrijzen (ondermessen) hebben vier snijkanten en moet worden omgedraaid om met de nieuwe snijkant
te kunnen werken.
Messer auswechseln
Messer auswechseln
Vervanging van de messen
Abb. 18: Messer auswechseln
Inbetriebnahme
Afb. 18 Vervanging van de messen
Abb. 18: Messer auswechseln
Hubverstellung
Instelling van de slag
HPS-S-Serie | Version 2.01 | D
HPS-S-Serie | Version 2.01 | D
Afb. 19 Instelling van de aanslagen
Abb. 19: Verstellung der Hub-Anschläge
8.6 Material bearbeiten
Die Ausklinkstation hat einen rechteckigen Stanzstempel als serienmäßiges
Ausstattungselement und wird mit einem Tisch mit verstellbaren seitlichen
und hinteren Anschlägen ausgeliefert. Dadurch wird das Positionieren des
Materials wesentlich vereinfacht.
Die Ausklinkstation hat einen rechteckigen Stanzstempel als serienmäßiges
Het uithoekstation is standaard uitgerust met een rechthoekige ponsstempel
Ausstattungselement und wird mit einem Tisch mit verstellbaren seitlichen
en een tafel met verstelbare zij- en achteraanslagen. Daardoor wordt het
und hinteren Anschlägen ausgeliefert. Dadurch wird das Positionieren des
Optional können V-Ausklinkwerkzeuge an dieser Arbeitsstation eingebaut
positioneren van het materiaal aanzienlijk vereenvoudigd.
Materials wesentlich vereinfacht.
werden; wahlweise sind auch Werkzeuge für schmalere Breiten von
Optioneel kunnen in dit werkstation ook V-uithoekwerktuigen worden
Rechtecken –oder V –Formen lieferbar.
Optional können V-Ausklinkwerkzeuge an dieser Arbeitsstation eingebaut
ingebouwd, werktuigen voor de smallere breedtes van rechthoeken of
werden; wahlweise sind auch Werkzeuge für schmalere Breiten von
Rechtecken –oder V –Formen lieferbar.
V-vormen zijn ook naar keuze leverbaar.
Falls ein Nachschleifen des Stempels nötig wird, nur die Seiten- und Frontflä-
chen des Stempels schleifen. Die Matrizen (Untermesser) haben vier Schnitt-
Falls ein Nachschleifen des Stempels nötig wird, nur die Seiten- und Frontflä-
chen des Stempels schleifen. Die Matrizen (Untermesser) haben vier Schnitt-
kanten und sind umzudrehen, um neue Schnittkanten zur Verfügung zu
kanten und sind umzudrehen, um neue Schnittkanten zur Verfügung zu
haben.
haben.
Schritt 1: Den Stempel in die oberste Position bringen.
Schritt 1: Den Stempel in die oberste Position bringen.
Schritt 2: Maschine am Hauptschalter ausschalten.
1. Breng de stempel in de bovenste positie.
Schritt 2: Maschine am Hauptschalter ausschalten.
2. Schakel de machine uit met de hoofdschakelaar.
Schritt 3: Schutzabdeckung entfernen.
Schritt 3: Schutzabdeckung entfernen.
3. Verwijder de beschermkap.
Schritt 4: Niederhalter (1, Abb. 19) und Stempel (2) abbauen.
4. Demonteer de neerhouder (1, Afb. 19) en de stempel (2).
Schritt 4: Niederhalter (1, Abb. 19) und Stempel (2) abbauen.
5. Draai of verwissel de drie ondermessen (3, 4). Opgepast: Controleer
Schritt 5: Die drei Untermesser (3, 4) drehen oder auswechseln. Achtung:
Vor dem Einbau die richtige Einbaulage der Messer prüfen und die
of positie van de messen correct is en maak de steunvlakken schoon,
Schritt 5: Die drei Untermesser (3, 4) drehen oder auswechseln. Achtung:
Auflageflächen der Messer säubern.
alvorens de messen in te voegen.
Vor dem Einbau die richtige Einbaulage der Messer prüfen und die
Schritt 6: Neuen Stempel einbauen.
6. Voeg de nieuwe stempel in.
Auflageflächen der Messer säubern.
7. Schakel de machine in en zet deze op "INSTELLING". Laat de stempel
Schritt 7: Maschine einschalten und auf „EINSTELLUNG" einstellen. Stempel
Schritt 6: Neuen Stempel einbauen.
helemaal naar beneden en schakel de machine uit.
ganz senken und Maschine abschalten.
8. Controleer de knipspeling, stel deze eventueel opnieuw in (0,1 – 0,2
Schritt 8: Den Schnittspalt kontrollieren, eventuell neu einstellen (0,1 - 0,2
Schritt 7: Maschine einschalten und auf „EINSTELLUNG" einstellen. Stempel
mm) en maak vast.
mm) und sichern.
ganz senken und Maschine abschalten.
9. Schakel de machine in en laat de stempel naar boven gaan. Schakel de
Schritt 9: Maschine einschalten und Stempel nach oben fahren. Maschine
machine uit.
abschalten.
Schritt 8: Den Schnittspalt kontrollieren, eventuell neu einstellen (0,1 - 0,2
10. Bevestig in omgekeerde volgorde de neerhouder en de beschermingskap
mm) und sichern.
opnieuw.
Schritt 10: In umgekehrter Reihenfolge Niederhalter und Schutzabdeckung
Schritt 9: Maschine einschalten und Stempel nach oben fahren. Maschine
11. Controleer de knipspeling.
zusammenbauen.
abschalten.
Schritt 11: Den Schnittspalt kontrollieren.
Schritt 10: In umgekehrter Reihenfolge Niederhalter und Schutzabdeckung
zusammenbauen.
Stel de aanslag A naar onder om het neerdalen van het werktuig
Zur Begrenzung des Abwärtshubes (z.B. für wiederholte Prozesse) den An-
(bv. voor herhaalde processen) te begrenzen. De weg van het werktuig wordt
schlag A nach unten verstellen. Der Vorschubweg bis zum Werkstück wird
Schritt 11: Den Schnittspalt kontrollieren.
daardoor verminderd, en de bovenste beginpositie van de stempel wordt in
dadurch verringert, bzw. die obere Ausgansposition des Stempels ent-
sprechend abgesenkt.
overeenstemming hiermee gezakt.
Bedien, voor de instelling van de onderste eindpositie van de stempel bij een
Zur Einstellung des unteren Endpunktes des Stempels beim Abwärtshub
neerwaartse beweging, de ponsstempel met de pedaal en houd deze in de
bedienen Sie den Stanzstempel mit dem Pedal und halten ihn in der unteren
onderste positie. Als deze positie naar boven of onder gecorrigeerd moet
Position. Wenn diese Position nach oben oder unten korrigiert werden soll,
worden, moet de aanslag B overeenkomstig afgesteld worden. Controleer de
muss der Anschlag B entsprechend verstellt werden. Nach dem Verstellen
eindpositie van het werktuig na het afstellen van de aanslag opnieuw en stel
des Anschlags die Endposition des Werkzeugs erneut prüfen, und eventuell
deze indien nodig nog bij om de correcte eindpositie te bereiken.
den Endanschlag nachjustieren, bis die genaue Endposition erreicht ist.
AANDACHT!
Alle afstellingen van de verplaatsingsgrenzen kunnen eveneens in de
gebruiksmodus INSTELLING gedaan worden.
Controleer de aanslagen na de afstellingen door de machine in
normaal gebruik te laten functioneren.
Nach dem Einstellvorgang sollte die Maschine zur Überprüfung der An-
schläge unter Normalbetriebs-Bedingungen probeweise betrieben werden.
Inbetriebnahme
HINWEIS!
Alle Verstellungen an den Hubbegrenzern können ebenfalls
unter Verwendung des Betriebsmodus EINSTELLUNG vor-
genommen werden.
28
Inbetriebnahme
HPS 40S - 45S - 60S - NL - v2.01 - 30012017
35
35
Werbung
Inhaltsverzeichnis
