3.3 Sensor aansluiten op de controller
Sluit de sensorkabel aan op de snelaansluiting van de sc-controller. Bewaar de afdekkingen van de
apparaataansluitingen voor toekomstig gebruik. Raadpleeg
controllerdocumentatie voor meer informatie.
Opmerking: Er zijn verlengkabels beschikbaar als er een langere kabel nodig is.
Afbeelding 6 Sensor aansluiten op de controller
Hoofdstuk 4 Opstarten
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact of zet de stroomonderbreker voor de controller in
de stand ON.
Hoofdstuk 5 Bediening
5.1 Gebruikersnavigatie
Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de controller voor een beschrijving van het toetsenpaneel en
informatie over het navigeren.
5.2 De sensor configureren
Voer identificatiegegevens in, configureer de meting en wijzig de opties voor sensorinstellingen,
gegevensverwerking en -opslag.
1. Zorg ervoor dat de meest recente software is geïnstalleerd op de controller. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de controller voor meer informatie. (Voor de SC200-controller is de
minimumversie 2.06.)
2. Ga als volgt naar het apparaatmenu:
• SC200- en SC1000-controllers—Ga naar het hoofdmenu en selecteer Sensor setup
(Sensorinstellingen). Selecteer de sensor, indien van toepassing.
Opmerking: Selecteer voor oudere versies van de SC200-controller de instelling Single measurements only
(Alleen enkele metingen).
• SC4500-controller en Claros-interface—Selecteer het icoon van het apparaat en selecteer
Device menu (Apparaatmenu).
3. Selecteer Configuration (Configuratie).
Afbeelding
6. Raadpleeg de
Nederlands 183