Nederlands
Trillingen
Als het motorapparaat langere tijd wordt
gebruikt, kunnen de trillingen
doorbloedingsstoringen in de handen
veroorzaken („witte vingers").
Een algemeen geldende gebruiksduur
kan niet worden vastgelegd, omdat dit
van meerdere factoren afhankelijk is.
De gebruiksduur wordt verlengd door:
–
bescherming van de handen
(warme handschoenen)
–
pauzes
De gebruiksduur wordt verkort door:
–
bijzondere persoonlijke aanleg voor
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, tintelen)
–
lage buitentemperaturen
–
de kracht waarmee het
motorapparaat wordt vastgehouden
(stevig vasthouden belemmert de
doorbloeding)
Bij regelmatig en langdurig gebruik van
het motorapparaat en bij herhaald
optreden van betreffende symptomen
(bijv. tintelende vingers) wordt
geadviseerd een arts te raadplegen.
102
Onderhoud en reparaties
Het motorapparaat regelmatig
onderhouden. Alleen die onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden uitvoeren,
die in de handleiding staan beschreven.
Alle andere werkzaamheden laten
uitvoeren door de STIHL dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan het
apparaat. Bij vragen contact opnemen
met een STIHL dealer.
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het
apparaat en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Bij reparatie-, onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden altijd de
motor afzetten en de bougiesteker
lostrekken – kans op letsel door het
onbedoeld starten van de motor! –
Uitzondering: afstelling carburateur en
stationair toerental.
Het motorapparaat niet in de nabijheid
van open vuur onderhouden en opslaan
– brandgevaar door de brandstof!
De tankdop regelmatig op lekkage
controleren.
Alleen in goede staat verkerende, door
STIHL vrijgegeven bougies – zie
„Technische gegevens" – monteren
Bougiekabel controleren (goede isolatie,
vaste aansluiting).
De motor mag, als de bougiesteker is
losgetrokken of als de bougie is
losgedraaid, alleen met het
startmechanisme worden getornd als de
combischuif/stopschakelaar in stand
STOP, resp. 0 staat – brandgevaar door
ontstekingsvonken buiten de cilinder.
Controleer of de uitlaatdemper in een
goede staat verkeert.
Niet met een defecte of zonder
uitlaatdemper werken – brandgevaar!
– Gehoorschade!
De hete uitlaatdemper niet aanraken –
gevaar voor brandwonden!
De staat van de antivibratie-elementen
beïnvloedt het trillingsgedrag – de
antivibratie-elementen regelmatig
controleren.
FR 350, FR 450, FR 480