NL
1 Veiligheidsmaatregelen
1.1
Veiligheids-
maatregelen
38
•
Voor u het apparaat aansluit op uw stroomtoevoer, dient u erop te letten dat
de netspanning, die op het typeaanduidingsplaatje staat aangegeven
overeenkomt met die van uw stroomnet.
•
Gebruik het toestel enkel overeenkomstig zijn doel, volgens de handleiding.
Het apparaat is niet voor commercieel gebruik bedoeld.
•
Gebruik het instrument nooit in de buurt van hoogfrequente elektromagne-
tische zendapparatuur.
•
Dit toestel is niet bestemd om door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan
ervaring en/of kennis gebruikt te worden, tenzij ze door een voor hun vei-
ligheid bevoegde persoon gecontroleerd worden of tenzij ze van deze per-
soon instructies kregen hoe het toestel gebruikt moet worden.
•
Kinderen moeten in het oog gehouden worden om er zeker van te zijn dat
ze niet met het toestel spelen.
•
Repareer het instrument in het geval van storingen niet zelf en staak het
gebruik. Neem contract op met uw vakhandelaar en laat reparaties alleen
door geautoriseerde servicediensten uitvoeren.
•
U zelf mag alleen reinigingswerkzaamheden aan het instrument verrichten.
•
Gebruik uitsluitend de voor dit instrument bestemde en door de fabrikant
meegeleverde reserveonderdelen.
•
Vóór het bevestigen of verwijderen van accessoires moet altijd eerst het
instrument uitgeschakeld worden.
•
Bewaar het instrument op een droge plaats.
•
Gebruik het toestel niet als de watertank geen of te weinig vloeistof bevat.
•
Gebruik het instrument nooit onder dekbedden of kussens.
•
Zorg ervoor dat de ventielatieopeningen aan de onderzijde van het instru-
ment niet verstopt raken door pluis en verontreinigingen.
•
In geval van een allergische aandoening van de luchtwegen dient u vóór
gebruik van het apparaat ruggespraak te houden met uw huisarts.
Neem voor het gebruik van elektrische instrumenten met behulp van
voedingsapparaten de hieronder beschreven aanwijzingen nauwlettend
in acht:
•
Raak nooit een voedingsapparaat aan dat in water is gevallen. Haal on-
middelijk de stekker resp. de voedingsapparaat uit de wandcontactdoos.
•
Wanneer het snoer of het voedingsapparaat beschadigd is, mag het in-
strument niet verder gebruikt worden. Om veiligheidsredenen mogen deze
onderdelen alleen door een geautoriseerde servicedienst door nieuwe
worden vervangen.
•
Dit instrument, het snoer en het voedingsapparaat mogen nooit in water
ondergedompeld worden of onder stromend water worden gehouden.
•
Het snoer mag niet in de buurt van een warmtebron bewaard worden of
over scherpe randen getrokken worden.
•
Raak het voedingsapparaat uitsluitend met droge handen aan.
•
Transporteer, trek of draai het voedingsapparaat nooit met behulp van het
netsnoer en zorg ervoor dat het netsnoer niet ingeklemd wordt.
•
Koppel het voedingsapparaat los van de wandcontactdoos, wanneer het
instrument uitgeschakeld is en als het niet meer wordt gebruikt.
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R
R