cessoires door de fabrikant zijn er voor de veiligheid. Het ge-
bruik van andere onderdelen kan de aansprakelijkheid voor de
gevolgen daarvan teniet doen.
Oneigenlijk gebruik
De betrouwbaarheid van de geleverde machine wordt alleen
gegarandeerd bij juist gebruik. De aangegeven grenswaarden
in het hoofdstuk "Technische gegevens" mogen in geen enkel
geval worden overschreden.
Aanwijzingen voor het voorkomen van
ongevallen
Voorafgaande aan montage- of onderhoudswerkzaamheden
zet u de werkruimte af en controleert u het hijstoestel op on-
berispelijke werking.
Werk nooit alleen en gebruik een helm, een veiligheidsbril en
veiligheidsschoenen en indien nodig een geschikt veiligheids-
harnas.
Voordat u gaat lassen of elektrische apparatuur gaat gebrui-
ken, moet u controleren of er geen explosiegevaar bestaat.
Wanneer mensen in afvalwaterinstallaties werken, moeten zij
worden ingeënt tegen mogelijk daar aanwezige iektekiemen.
Let vanwege uw gezondheid ook heel goed op de hygiëne.
Zorg ervoor dat er geen giftige gassen in de werkruimte aan-
wezig zijn.
Neem de regels van de arbeidsinspectie in acht en zorg dat er
eerste-hulpmateriaal beschikbaar is.
In sommige gevallen kunnen pompen en het af te voeren mate-
riaal heet zijn, dan bestaat er kans op verbranding.
Voor installatie in explosiegevaarlijke gedeeltes zijn bijzondere
voorschriften van toepassing!
GEBRUIK
De Compli-fecaliënpompinstallaties zijn conform de TÜV-type-
keuring getest en geschikt voor het pompen van afvalwater uit
toiletten en urinoirs, evenals van huishoudelijk afvalwater met
de gebruikelijke toevoegingen.
De installaties hebben een niveauschakeling die de pomp in- of
uitschakelt, afhankelijk van het waterpeil. De pieptoon van de
ingebouwde alarm geeft dat er een functiestoring is, ook al is
dit slechts tijdelijk.
Is de pomp te warm geworden, dan wordt deze uitgeschakeld
door de wikkelingssthermostaten. Voordat de storingsoorzaak
wordt opgeheven, moet de stekker uit het stopcontact worden
getrokken, omdat anders de pomp automatisch weer aanslaat
na afkoeling. Er vindt geen directe storingsmelding plaats.
De tanks kunnen onder water staan met een max. hoogte van 2
mWS en een maximale periode van 7 dagen.
De regelaar mag niet onder water staat, maar is bestand tegen
spatwater conform IP 44.
Indien geïnstalleerd zoals voorgeschreven en bij juist gebruik,
voldoet de regelaar aan de beschermingseisen van de EMC-
richtlijn 2014/30/EU en is geschikt voor gebruik in huis met
aansluiting op het openbare elektriciteitsnet. Bij aansluiting
op een industrieel netwerk in een industrieel bedrijf met een
stroomvoorziening via een eigen hoogspanningstransforma-
tor, moet onder bepaalde omstandigheden met een slechte
bestendigheid tegen storingen rekening worden gehouden.
Bij gebruik van de installaties moeten de respectieve nationale
NEDERLANDS
wetten, voorschriften en de gemeentelijke bepalingen worden
nageleefd, zoals bijvoorbeeld
• Pompinstallaties voor afvalwater van gebouwen en terreinen
(bijvoorbeeld in Europa EN 12050 en 12056)
• Installatie van laagspanningsinstallaties (bijvoorbeeld in
Duitsland VDE 0100)
• Veiligheid en arbeidsmiddelen (bijvoorbeeld in Duitsland Be-
trSichV en BGR 500)
• Veiligheid in het afvalwaterinstallaties (bijv. in Duitsland
GUV-V C5, GUV-R 104, GUV-R 126)
• Elektrische installaties en productiemiddelen (bijvoorbeeld
in Duitsland GUV-V A3)
• Explosiebeveiliging conform EN 60079-0, EN 60079-1, EN
60079-14, EN 60079-17 en EN 1127-1
Leveringspakket
• Tank met pomp(en)
• Klemflens / mof voor de inlaat
• Verloopstuk voor inlaat DN 150 tot DN 100
• Overschuifmof voor ventilatie
• Aansluitflens voor de drukleiding
• Verloopstuk voor drukleiding DN 100 tot DN 80
• Terugslagklep voor de drukleiding (Compli 100, 300, 500, en
1000)
• elastische verbinding met bevestigingsringen voor de druk-
leiding
• Steekafdichting(en) voor de handmembraanpomp of extra
inlaat DN 50
• Bevestigingsmateriaal voor de tank
• Regelaar
LET OP! Transportvergrendeling = bescherming te-
gen het drijfvermogen van de container
Gebruikswijze: intermitterend bedrijf S3, zie "Technische
gegevens".
INBOUW
De pompinstallatie moet vrijstaand worden geïnstalleerd en
zodanig dat opwaartse druk is gegarandeerd. Naast en boven
alle te onderhouden onderdelen moet een werkruimte van ten
minste 60 cm in de breedte of hoogte aanwezig zijn.
Ventilatie: de ventilatieleiding moet over het dak worden geleid.
Inlaat: In de inlaat vóór de tank moet een afvalwaterschuifaf-
sluiter zijn aangebracht.
Drukleiding: Achter de terugslagklep in de drukleiding moet nóg
een afvalwaterschuifafsluiter zijn aangebracht. Wordt de terug-
slagklep niet meegeleverd met de installatie, dan moet een EN-
gecertificeerde terugstroombeveiliging worden ingebouwd.
De drukleiding moet met een lus boven het lokale opstuwings-
niveau worden geleid.
LET OP! De drukleiding van de Compli 300/400 moet door de
klant worden ondersteund of opgehangen. Het gewicht mag
niet op het systeem rusten.
Voor de ontwatering van van de opstelruimte moet een pomp-
koker worden aangebracht.
25