Symptomen
3.
Hielcontact en progressie
voelen goed, maar:
•
De voorvoet voelt te
zacht aan
•
De voorvoet voelt te
kort aan
•
De gebruiker voelt alsof
hij of zij heuvelaf gaat,
mogelijk met een lagere
stabiliteit van de knie
•
Verminderde
energieopbrengst
4.
Hielcontact en progressie
voelen goed, maar:
•
De voorvoet voelt te
stijf aan
•
De voorvoet voelt te
lang aan
•
De gebruiker voelt alsof
hij of zij heuvelop loopt
Oplossing
•
Verhoog de dorsiflexieweerstand
•
Controleer de uitlijning van de A-P-verschuiving;
zorg ervoor dat de voet niet te ver naar achter staat
•
Controleer de distributie van plantairflexie-
en dorsiflexiebeweging; zorg ervoor dat het
dorsiflexiebereik niet te groot is
•
Controleer of de veercategorie niet te laag is voor
het gewicht en de activiteit van de gebruiker.
Gebruik een sterkere veer aan als dit het geval is
•
Verlaag de dorsiflexieweerstand
•
Controleer de uitlijning van de A-P-verschuiving;
zorg ervoor dat de voet niet te ver naar voren staat
•
Controleer de distributie van plantairflexie-
en dorsiflexiebeweging; zorg ervoor dat het
dorsiflexiebereik voldoende is
•
Controleer of de veercategorie niet te stijf is voor
het gewicht en de activiteit van de gebruiker.
Gebruik een zwakkere veer als dit het geval is
109
938315SPK1/2-0922