4
Druk op de cijfertoetsen om een
voorinstelnummer te
selecteren.
U kunt ook herhaaldelijk op PRESET + of
PRESET – drukken om een
voorinstelnummer te selecteren.
Als "MEMORY" uitgaat voordat u het
voorinstelnummer selecteert, moet u de
procedure nogmaals uitvoeren vanaf stap
3.
5
Druk op ENTER.
U kunt ook MEMORY/ENTER op de
receiver gebruiken.
De zender wordt opgeslagen onder het
geselecteerde voorinstelnummer.
Als "MEMORY" uitgaat voordat u op
ENTER drukt, moet u de procedure
nogmaals uitvoeren vanaf stap 3.
6
Herhaal stap 1 tot en met 5 om
nog een zender in te stellen.
Afstemmen op voorkeurzenders
1
Druk herhaaldelijk op TUNER
om de FM- of AM-band te
selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op PRESET
+ of PRESET – om de gewenste
voorkeurzender te selecteren.
Wanneer u op de toets drukt, kunt u de
voorkeurzender als volgt selecteren:
01
02
03
30
29
U kunt ook op de cijfertoetsen drukken
om de gewenste voorkeurzender te
selecteren. Druk vervolgens op ENTER
om de selectie op te geven.
04
05
...
27
28
De bedieningselementen op de
receiver gebruiken
1
Draai INPUT SELECTOR om de FM- of
AM-band te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op TUNING MODE om
"PRESET T." te selecteren.
3
Druk herhaaldelijk op TUNING + of
TUNING – om de gewenste voorkeurzender
te selecteren.
Voorkeurzenders benoemen
1
Druk herhaaldelijk op TUNER
om de FM- of AM-band te
selecteren.
U kunt ook INPUT SELECTOR op de
receiver gebruiken.
2
Stem af op de voorkeurzender
waarvoor u een indexnaam wilt
maken (pagina 25).
3
Druk op AMP MENU.
"BALANCE" wordt in het display
weergegeven.
4
Druk herhaaldelijk op V/v om
"NAME IN" te selecteren en
druk op
of b.
De cursor knippert en u kunt een teken
selecteren.
5
Druk op V/v om een teken te
selecteren en druk vervolgens
op B/b om de cursor naar de
volgende positie te
verplaatsen.
Als u een fout hebt gemaakt
Druk op B/b tot het teken knippert dat u
wilt wijzigen en druk vervolgens op V/v
om het juiste teken te selecteren.
wordt vervolgd
25
NL